Samenvatting

Achtergrond: De idiopathische klompvoet wordt kort na de geboorte gecorrigeerd, echter vindt bij 37% van de kinderen op latere leeftijd een terugval plaats. Momenteel is onbekend welke parameters voorspellend zijn voor terugval terwijl vroege detectie essentieel is voor een goed herstel. De eerste stap hiernaartoe is vinden of er verschillen zijn in functionaliteit tussen behandelde klompvoeten en voeten zonder aandoening. De onderzoeksvraag is daarom: “Welke verschillen zijn er in kinetica van de enkel en knie tijdens het gaan tussen kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 8 jaar met een idiopathische klompvoet behandeld volgens de Ponseti methode en gezonde leeftijdsgenoten?”.
Methode: Het is een patiënt-controleonderzoek waarbij gemeten werd gemeten met 3D- bewegingsanalyse apparatuur en een krachtenplatform. De patiëntengroep bestond uit 3 deelnemers met een mediane leeftijd van 4 jaar, deze groep werd vergeleken met een controlegroep bestaande uit 6 deelnemers met een mediane leeftijd van 5 jaar. De deelnemers liepen een afstand van 8 meter op zelfgekozen snelheid. Er werd gemeten tot er 5 goede trials waren. Resultaten: In zowel enkelmoment, enkelvermogen, kniemoment als knievermogen ligt
de mediane waarde bij de patiëntengroep lager dan bij de controlegroep. Wel is er enige overlap tussen de waarden van de patiëntengroep en die van de controlegroep.
Conclusie: Er is bij de patiëntengroep een kleiner maximaal extern dorsaalflexie-enkelmoment en een kleiner maximaal plantairflexievermogen gevonden tijdens pre-swing. Dit komt overeen met eerdere onderzoeken. In de knie werd tijdens mid stance een kleiner maximaal extern knieflexiemoment en tijdens loading response een kleiner maximaal knie-extensievermogen gevonden. In eerder onderzoek werden geen verschillen in kniekinetica gevonden.