Tijd voor vrije tijd!: een onderzoek naar vrijetijdsbesteding op een leefgroep voor zelfstandigheidstraining voor jeugdigen met een licht verstandelijke handicap
Tijd voor vrije tijd!: een onderzoek naar vrijetijdsbesteding op een leefgroep voor zelfstandigheidstraining voor jeugdigen met een licht verstandelijke handicap
Samenvatting
Dit onderzoek is geschreven in het kader van de opleiding Fontys HBO pedagogiek in Tilburg. Het staat in het teken van de zelfstandigheidstraining van het Orthopedagogisch Centrum Brabant
(OCB) aan de Zwijsenstraat in Best. Hier wonen jeugdigen met een licht verstandelijke handicap in de leeftijd van zestien tot en met eenentwintig jaar. Onderzocht is hoe vrijetijdsbesteding meer
aandacht kan krijgen in de methodiek van deze zelfstandigheidtraining. Dit omdat weinig jeugdigen een vorm van vrijetijdsbesteding beoefenen, terwijl dit juist zo belangrijk is voor de sociale ontwikkeling wanneer deze jeugdigen op eigen benen komen te staan.
Het OCB biedt zorg en hulp aan jongeren tot ongeveer eenentwintig jaar en aan hun ouders/verzorgers. Het gaat daarbij om (gezinnen met) kinderen en jongeren, die moeilijk lerend genoemd
worden, of wel: kinderen/jongeren met een licht verstandelijke handicap en die op één of andere manier dreigen vast te lopen in hun ontwikkeling. Per definitie gaat het om een licht verstandelijke
handicap waar nog andere problematieken bij komen kijken. Zoals een ontwikkelingsachterstand, psychosomatische klachten en persoonlijkheidsstoornissen, die begrijpelijk een druk op het gezinssysteem leggen waar de jeugdige vandaan komt. De jeugdige vraagt om specifieke opvoeding, die het OCB hen kan bieden. Het OCB is een organisatie die zich continue wil aanpassen aan de vraag die de cliënten haar stelt, zij werken dus vraaggericht.
De zelfstandigheidstraining van het OCB leert jeugdigen praktische vaardigheden die ze moeten beheersen wanneer zij zelfstandig willen gaan wonen. Ook een sociaal aspect komt aan bod, door middel van het leven in de groep. De training is opgebouwd in 3 verschillende fasen, met bijbehorende thema-avonden. Wanneer een jeugdige een thema goed afrondt verdiend hij/zij hiervoor een certificaat. In fase 1 staat het leren in de groep centraal, in fase 2 het op eigen benen leren staan en in fase 3 persoonlijke en sociale vorming en oriëntatie op de samenleving.
Voorafgaand aan het praktijkonderzoek is er een literatuuronderzoek gedaan. In dit onderzoek zijn de begrippen 'vrije tijd' en 'licht verstandelijke handicap' onderzocht. De term licht verstandelijke handicap is uitgewerkt aan de hand van een aantal onderwerpen;
verstandelijk functioneren, emotioneel functioneren, sociaal functioneren en sociaal netwerk, motorische ontwikkeling en de licht verstandelijke handicap in combinatie met puberleeftijd.
Een licht verstandelijke handicap wil zeggen dat het IQ ligt tussen de vijftig en vijfentachtig (WISC-R gemeten). De verstandelijke ontwikkeling bereikt door achterstanden eerder een 'plafond'.
Vervolgens is het begrip vrije tijd onderzocht. Het begrip blijkt door literatuuronderzoek bijzonder geladen te zijn en moeilijk te definiëren. In dit project is uitgegaan van de contextuele
benadering van vrije tijd. Hiervoor is gekozen omdat het verwijst naar de context, de omgeving van de mens, waarin menselijk gedrag voorkomt. Ook omdat deze benadering duidelijk maakt dat de mens geen mens is zonder de ander, het is voor de mens erg belangrijk om in relatie met anderen te treden.
Praktijkonderzoek is gedaan door middel van het afnemen van een semi-gestructureerd interview met jeugdigen en groepsleiding van de zelfstandigheidstraining. Uit dit onderzoek zijn verschillende
conclusies getrokken. Gebleken is dat jeugdigen moeten worden geholpen met de indeling van hun vrije tijd, omdat zij moeilijk kunnen omgaan met vrije perioden. Maar ook de themaavond
nog kan worden aangevuld met een belangrijk sociaal aspect, dat zorgt voor een sociaal netwerk. Daarnaast is uit interviews gebleken dat groepsleiding onder elkaar niet hetzelfde beeld hebben over zinvolle vrijetijdsbesteding. Ook is het voor groepsleiding en jeugdigen niet helemaal duidelijk wat het vrijetijdsaanbod in de omgeving van de leefgroep is.
Op basis van bovenstaande conclusies zijn uiteindelijk aanbevelingen gedaan. Deze aanbevelingen zullen er uiteindelijk voor zorgen dat vrijetijdsbesteding in de methodiek van de zelfstandigheidstraining
wordt ingepast en een belangrijkere plek krijgt. Hierdoor wordt er tevens antwoord gegeven op de hoofdvraag van dit project; 'Hoe kan vrijetijdsbesteding meer aandacht krijgen in de methodiek van de zelfstandigheidstraining.'
Organisatie | Fontys |
Afdeling | Fontys Pedagogiek |
Jaar | 2008 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |