Positieve Beïnvloeding van het zelfbeeld
Door middel van het DeugdenprojectPositieve Beïnvloeding van het zelfbeeld
Door middel van het DeugdenprojectSamenvatting
Voor mijn onderzoek heb ik onderzocht hoe ik het Deugdenproject (Kavelin-Popov, 2008) kan inzetten om het zelfbeeld van leerlingen uit de onderbouw van basisschool Mijn Tuin positief te beïnvloeden zodat ze leeruitdagingen aan durven gaan waardoor ze betere leerprestaties behalen. Hiervoor heb ik literatuuronderzoek gedaan naar de meerwaarde van een positief zelfbeeld. Volgens Rogers (In Molen, Perreijn & Hout, 2007) kan een persoon met een positief zelfbeeld met vertrouwen zijn eigen weg gaan. Bongaards & Sas (2008) stellen dat een positief zelfbeeld een goed leerproces als gevolg heeft mede omdat het vertrouwen heeft in zijn eigen kunnen. Volgens Jeninga (2009) heeft een leerling met een positief zelfbeeld ook een betere kans op een goed sociaal-emotioneel welbevinden. Jeninga en Lieshout (2009) beweren beiden dat leerlingen met een positief zelfbeeld minder vaak een gedragsprobleem hebben. Daarnaast heb ik een enquête afgenomen bij leerkrachten en ouders waaruit blijkt dat leerkrachten meer waarde hechten aan een positief zelfbeeld dan de ouders. Uit het literatuuronderzoek blijkt dat eerdere ervaringen met het Deugdenproject uitsluitend positief zijn. Vooral de veranderingen die op gedragsgebied plaatsvinden worden veel beschreven. (Amerongen, 2011) (Ghaeminia, 2011) Ook de experts Den Den Boer (2012) en Hensen (2012) bevestigen dit. Zij hebben ook ervaring met het Deugdenproject in de klassensituatie waarin het veelal zorgt voor een goede sfeer en een goede omgangsmanier. Zij hebben mij tips gegeven over de strategieën die het Deugdenproject hanteert en hoe ik dit project vorm kan geven tijdens de uitvoering. Ik heb dit project met twee leerlingen van basisschool Mijn Tuin uitgevoerd. Ik heb met hen individueel en in kleine groepjes vier sessies doorgelopen waarbij creatieve werkvormen en oplossingsgerichte strategieën (Jong & Berg, 2001)(Cauffman & Dijk, 2009) aan bod komen. Naast de begeleiding die ze van mij kregen hebben ouders en leerkrachten ook meegewerkt. Het resultaat van de begeleiding is dat beide leerlingen Amy en Rensley een positiever zelfbeeld hebben dan voor de begeleiding. Dit heb ik gemeten door middel van de zelfbeeldlijsten van Kool (2010) en Jeninga (2009). Ook ouders en leerkrachten waren betrokken bij het vaststellen van de beginsituatie en eindmeting. Hierdoor kom ik tegemoet aan het handelingsgericht werken (Pameijer & Beukering, 2006).
Organisatie | Fontys |
Afdeling | Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg |
Jaar | 2012 |
Type | Master |
Taal | Nederlands |