Samenvatting

Inleiding
Dit onderzoek brengt ervaringen in het diagnostiseringstraject van de patiënt in kaart met als doel om aanbevelingen te kunnen doen over hoe om te gaan met patiënten tijdens deze diagnosefase, om zo te proberen de diagnosefase van DM-patiënten met een Charcotvoet te verbeteren. Ook is onderzocht hoe patiënten de transparantie van de zorg en de adequate zorgverlening van de Diabetes Ketenzorg ervaren. Daarnaast heeft het onderzoek tot doel om vroege diagnostiek door de Diabetische Ketenzorg en podotherapeut te bevorderen en om misdiagnoses te voorkomen. De onderzoeksvraag luidt: Hoe ervaren DM-patiënten met de aandoening Charcotvoet hun traject naar de vaststelling van deze diagnose?

Methode
Het onderzoek is uitgevoerd volgens het onderzoeksdesign kwalitatief onderzoek. Er zijn acht interviews afgelegd met DM-patiënten met een Charcotvoet en zij zijn uitvoerig bevraagd naar de ervaringen in het traject van de diagnostiek van hun Charcotvoet. De diagnose Charcotvoet heeft plaatsgevonden in de periode 2005-2016.

Resultaten
De resultaten van de patiëntervaringen in de diagnostiek van de Charcotvoet worden besproken in twee hoofdonderdelen: zorgbeleving en patiëntervaringen diagnostiek. Elk hoofdonderdeel bevat categorieën die zijn uitgelicht. Zorgbeleving omvat de categorieën; Ervaring zorg, Rol zorgverleners, Rol patiënt en Nazorg. Patiëntervaringen diagnostiek omvat de categorieën; Ervaring diagnose en Ervaring Misdiagnose.

Conclusie
Patiënten ervaren in hun diagnosetraject dat er weinig sprake is van keuzevrijheid in de zorg en dat de communicatie lang niet altijd optimaal verloopt. Dit geldt zowel voor de communicatie tussen zorgverleners onderling als naar de patiënt toe. Verder geven patiënten aan duidelijk te merken dat er onder zorgverleners nog vaak een kennishiaat is op het gebied van de Charcotvoet en dat zorgverleners er lang niet altijd op bedacht zijn. Patiënten zijn bovendien onvoldoende op de hoogte van de symptomen van de Charcotvoet en onvoldoende op te hoogte op welke wijze zij moeten handelen bij het opmerken van voetveranderingen.