De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Jonge vluchtelingen en hun weg in het onderwijs

Beperkte toegang

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Jonge vluchtelingen en hun weg in het onderwijs

Beperkte toegang

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

De Nederlandse overheid wil dat iedereen in Nederland een diploma behaald (VluchtelingenWerk Nederland, sd). Hierdoor heeft iedereen in Nederland recht op onderwijs. Naast het recht op onderwijs is er de plicht om onderwijs te volgen. In Nederland geldt dat alle jongeren in de leeftijd van 5 tot en met 16 jaar volledig leerplichtig zijn, daarna zijn zij tot de leeftijd van 18 jaar gedeeltelijk leerplichtig. Deze leerplicht geldt niet alleen voor jongeren met de Nederlandse nationaliteit, maar ook voor vreemdelingen ongeacht of ze legaal of illegaal in Nederland zijn (Laemers, 2008). Om als vluchteling in de toekomst te kunnen participeren op de Nederlandse arbeidsmarkt is het belangrijk om eerst goed onderwijs te volgen. Echter lopen vluchtelingen tegen een aantal dingen aan wanneer het aankomt op het Nederlands onderwijs. Zo is een daarvan de taalachterstand. Scholen geven aan dat het hierdoor moeilijker kan zijn om jongeren geplaatst te krijgen. Het type onderwijs waar zij in terecht komen is meer gebaseerd op hun taalvaardigheden dan op hun cognitieve capaciteiten (Stavenuiter, Smits van Waesberghe, Noordhuizen, & Oostrik, 2016). In Nederland zijn er, voor anderstalige jongeren, soort tussen opleidingen opgezet. Deze worden Internationale Schakelklassen (ISK) genoemd. Ook college X in gemeente Z heeft ISK. De ISK op college X zijn er voor jongeren die niet of nauwelijks de Nederlandse taal spreken en tussen de 15 en 20 jaar zijn. De jongeren volgen de opleiding twee á drie jaar en stromen daarna uit naar het vervolgonderwijs of naar de arbeidsmarkt (School 23, 2016). Echter ervaren ook hier jonge vluchtelingen belemmeringen tijdens de overgang van de ISK naar het middelbaar beroepsonderwijs (Persoonlijke gespreksvoering, 2019).

In dit onderzoek wordt er daarom onderzocht welke ondersteuning en begeleiding voor de jonge vluchtelingen het best passend is met betrekking tot de doorstroom naar het middelbaar beroepsonderwijs. De hoofdvraag is als volgt:

‘’Hoe kunnen schoolmaatschappelijk werkers en docenten van college X binnen de ISK jonge vluchtelingen tussen de 15 en 20 jaar binnen het onderwijs begeleiding en ondersteuning bieden ter bevordering van de doorstroom naar het middelbaar beroepsonderwijs?’’

Om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden heeft er een kwalitatief onderzoek plaats gevonden. Hierbij zijn vijf professionals (die werkzaam zijn binnen de ISK op college X) geïnterviewd, waarvan twee maatschappelijk werkers en drie docenten. En vier leerlingen (die op dat moment in de ISK zaten op college X), waarvan twee jonge vluchtelingen en twee jonge migranten. De interviews waren half gestructureerd waarbij de theorie uit het theoretisch kader als leidraad werd gebruikt. De interviews zijn daarna gecodeerd waaruit de resultaten volgden.

Vanuit de resultaten zijn er conclusies getrokken. Zo blijkt dat de opleiding erin slaagt om passende ondersteuning en begeleiding te bieden aan jongeren die zich in het laatste jaar bevinden in P3 groepen en uitstromen naar het mbo 4 niveau. Dit doen zij door vooral veel maatwerk te bieden. Het is daarbij (voor de docenten) belangrijk om oprechte banden met de leerlingen op te bouwen, duidelijk met hen te communiceren, aan te sluiten bij de leefwereld van de jongeren en door ze te motiveren en te stimuleren. Om de ondersteuning en begeleiding nog beter te maken is het nodig om de leerlingen vanaf dag één inzichten te geven in hun doelen en uitstroom mogelijkheden. Dit kan gedaan worden in de vorm van een portfolio waar de leerlingen vanaf dag één mee starten. Hierdoor zal miscommunicatie, teleurstellingen en onbegrip (over bijvoorbeeld de doorstroom keuze/mogelijkheden) vanuit de leerlingen voorkomen worden. Tevens zal het bijdragen aan een positieve afsluiting van twee á drie jaren hard werken. Voor de P3 groepen zal het portfolio vooral dienen voor een extra positieve afsluiting, maar voor de P2 groepen zal het portfolio zoveel meer bijdragen. Echter dient hier wel nog verder onderzoek naar gedaan te worden, waarbij de focus specifiek op jonge vluchtelingen uit P2 groepen zal moeten liggen.

Toon meer
OrganisatieFontys
AfdelingFontys Hogeschool Sociale Studies
Datum2020-06
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk