Opleidingscentra 'Dichtbij en vertrouwd'
Opleidingscentra 'Dichtbij en vertrouwd'
Samenvatting
De Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie (KNGU) is een unie waar bijna 1200 gymnastiekverenigingen lid van zijn in Nederland. In totaal heeft de KNGU op dit moment 280.000 leden. De KNGU is opgedeeld in vijf districten, namelijk district Noord, district Oost, district Midwest, district Zuid-Holland en district Zuid.
Op dit moment worden cursussen, bijscholing voor trainers en jurycursussen landelijk door de KNGU aangeboden. Dit werkt niet goed omdat er vaak een grote afstand ligt tussen de woonplaats van de cursist en de plaats waar de opleiding/bijscholing wordt gegeven. Regelmatig gaan cursussen niet door, doordat er te weinig deelnemers zich opgeven. Hierdoor wordt de cursus dan afgelast, wat spijtig is voor degene die zich wel hebben opgegeven.
De KNGU wil dit gaan veranderen. Om beleidsuitvoering meer decentraal uit te voeren, worden de districten verantwoordelijk voor de organisatie en uitvoering van niet-landelijke opleidingen en bijscholingen. De verantwoordelijkheid voor de inhoud van de opleidingen blijft centraal bij de KNGU. Ten behoeve van de organisatie van opleidingen heeft KNGU District Zuid een opleidingsplan gepresenteerd aan de verenigingen. Dit plan houdt in om een aantal opleidingscentra verspreid door het district op te richten.
Aan de hand van desk- en fieldresearch zijn er twaalf verenigingen met een vaste accommodatie geselecteerd om als opleidingscentrum te fungeren. De geografische ligging heeft een belangrijke rol gespeeld bij de selectie van de twaalf opleidingscentra. De afstand binnen het verzorgingsgebied naar het opleidingscentrum is niet langer dan 30 minuten rijden met de auto, op een klein aantal verenigingen na. Daarnaast is de selectie gebaseerd op een aantal criteria, namelijk indeling accommodatie en aantal disciplines, aanwezigheid overige ruimtes, organisatie, bereikbaarheid accommodatie en ledenaantal. Aan ieder criterium is een bepaalde wegingsfactor gehangen.. De twaalf verenigingen die geselecteerd zijn liggen verspreid over District Zuid en hebben ieder een eigen verzorgingsgebied. De volgende twaalf verenigingen zijn geselecteerd:
M.T.V. Middelburg;
Delta Sport Zierikzee;
Dynamo Roosendaal;
TurnOverleg Breda;
S.T.W. Alianza;
Flik-Flak 's-Hertogenbosch;
Eindhovense Gymnastiek Verenigingen en Step by Step Eindhoven;
Olympia Cuijk;
HT'35 Helmond;
Turnlust Budel;
Swentibold Sittard;
Olympia Landgraaf.
Ieder opleidingscentrum krijgt een vergoeding voor het organiseren van een (bij)scholing. De vergoeding bestaat uit twee kosten, namelijk organisatiekosten en reële kosten accommodatiehuur. De organisatiekosten zijn vastgesteld op 50,- voor eendaagse bijscholingen, 25,- per cursusdag voor langdurige scholingen en 25,- in totaal voor jurycursussen en jurybijscholingen. De kosten voor accommodatiehuur worden hier bij opgeteld, zodat ieder opleidingscentrum een reële vergoeding krijgt voor de organisatie.
Er is een cursuskalender opgesteld, zodat District Zuid de regie in handen heeft. Hierdoor vinden de cursussen verspreid plaats. De maanden waarin een (bij)scholing moet plaatsvinden ligt vast, de definitieve data nog niet in verband met afspraken opleidingscentrum en beschikbaarheid docenten van de KNGU.
Bij implementatie van de opleidingscentra komen verschillende taken kijken, zoals taken van het opleidingscentrum, District Medewerker Opleidingen (DMO) en overige actoren. Er is een samenwerkingsovereenkomst opgesteld om de afspraken vast te leggen tussen het opleidingscentrum en de KNGU. Bij implementatie komt het bezoek aan de opleidingscentra ter sprake, de cursuskalender met definitieve data en het controlesysteem docenten. Daarnaast werkt de KNGU al samen met een aantal scholen. In het hoofdstuk implementatie wordt ook de samenwerking met andere scholen beschreven.
Vanuit de KNGU kunnen de volgende promotie-instrumenten worden ingezet: website KNGU, posters en gymmagazine. Vanuit District Zuid de website van District Zuid en het Districtnieuws. Vanuit het opleidingscentrum kunnen de volgende promotie-instrumenten worden ingezet, namelijk folders, internet, persoonlijke verkoop, publiciteit en persoonlijke verkoop.
Bij implementatie van de opleidingscentra komen de volgende consequenties kijken, namelijk vacature DMO'er, overeenkomst opleidingscentra met de KNGU, controlesysteem docenten, samenwerking scholen en kaderontwikkeling. Bij implementatie van de opleidingscentra zal er meer kaderontwikkeling plaatsvinden. Dit is het uiteindelijke doel van het opleidingsplan. Veel verenigingen kampen met het probleem kadertekort. Dit zal op lange termijn verminderen doordat er meer mogelijkheden zijn voor scholing. Een ander doel van het opleidingsplan is dat er meer cursisten deelnemen aan de (bij)scholingen omdat het in de omgeving te volgen is, 'dichtbij en vertrouwd'.
Vanuit de twaalf gesprekken met de potentiële opleidingscentra zijn een aantal aanbevelingen gekomen voor de KNGU. De aanbevelingen zijn:
Communicatie met betrekking tot verenigingen verbeteren;
Meer juryscholingen laten plaatsvinden;
Een speciale cursus ontwikkelen voor trainers die al langer lesgeven, maar geen papieren hebben;
Kleine deelnemersbijdrage in rekening brengen voor jurycursussen en -bijscholingen.
Organisatie | Fontys |
Afdeling | Fontys Economische Hogeschool Tilburg |
Partner | KNGU District Zuid |
Jaar | 2009 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |