Leerlingen met een verstandelijke beperking betrekken bij hun OPP>
Leerlingen met een verstandelijke beperking betrekken bij hun OPP>
Samenvatting
Participeren van de leerling bij hun leerproces en in de samenleving neemt een steeds prominenter plaats in binnen ons onderwijs. In de troonrede van 2013 en de kamerbrief van Minister-President Rutte van 2014, wordt gesproken over een participatiesamenleving waarin burgers hun leven mogen inrichten zoals zij dat zelf willen, samen met andere burgers. Volgens het Internationaal Verdrag van de Rechten van het Kind (2014) is het betrokken worden van leerlingen bij onder andere de transitie van school naar werk een recht. Voor elke leerling van het VSO moet volgens de Wet op Expertise Centra een ontwikkelingsperspectief plan (het OPP) worden opgesteld. Daar is in 2017 aan toegevoegd dat de ouders en de leerling een op instemming gericht gesprek met de leerkracht/school voeren aangaande het handelingsdeel van dit OPP. Voor leerlingen met een verstandelijke beperking is het voeren van leergesprekken nog niet zo vanzelfsprekend. Dit heeft te maken met hoe de leerkracht tegen deze doelgroep aankijkt. Er heeft, mede onder invloed van het emancipatorisch gedachtegoed (de Corte, 2010), een omslag in het denken over mensen met een verstandelijke beperking plaatsgevonden. Van “de leerkracht/begeleider weet wat het beste is voor de leerling en wat de leerling aankan” naar “het ondersteunen van de leerling bij de dingen die hij (nog) niet kan en bij het ontdekken van wat hij wil bereiken”. De mening en de wensen van de leerling met een verstandelijke beperking spelen dus een belangrijke rol bij de transitie van school naar werk. Deze wensen en meningen en de (leer)weg daar naartoe moeten een plek krijgen in het OPP en het onderwijsaanbod. Dit alles vraagt van de leerkracht specifieke vaardigheden op onder andere het gebied van communicatie met de leerling met een verstandelijke beperking. Voor dit onderzoek zijn de leerkrachten van de uitstroomgroepen bevraagd op hun wensen en mate van competent voelen bij het betrekken van de leerling met een verstandelijke beperking bij hun OPP. Op basis van die gegevens is onderzocht of oplossingsgericht intervisie de leerkrachten zich competenter laat voelen hierbij. Uit de literatuurstudie is naar voren gekomen dat oplossingsgerichte intervisie zich richt op datgene wat wel werkt en door middel van vragen stellen uitnodigt om te kijken naar de gewenste toekomst en hoe daar te komen. De hoofdvraag die centraal gestaan heeft gedurende dit onderzoek is de volgende: “Op welke wijze draagt oplossingsgerichte begeleide intervisie bij aan het ondersteunen van collega’s in het betrekken van leerlingen bij hun OPP?” Om antwoord te kunnen geven op deze vraag zijn de leerkracht competenties die de school hanteert onderzocht en is door middel van een vragenlijst de mate waarop de leerkrachten van de uitstroomgroepen zich competent voelen achterhaald. Tevens zijn de leerlingen van de uitstroomgroepen geïnterviewd naar hoe zij betrokken willen worden bij hun OPP. Op basis hiervan is met de deelnemende collega’s het thema van de oplossingsgerichte intervisie bepaald. De ervaringen van de collega’s en de invloed van de intervisie op hun mate van competent voelen is na elke intervisie bijeenkomst bevraagd door middel van een feedback vragenlijst. Geconcludeerd kan worden dat oplossingsgerichte begeleide intervisie ondersteuning biedt bij het bewust worden van sterke kanten van zichzelf en de ander en het belang van leerling betrokkenheid. De intervisie is als ondersteunend ervaren waar het voeren van OPP-gesprekken met ouders en leerlingen betreft. Om alle leerlingen optimaal te kunnen betrekken bij hun OPP is een school breed gedragen visie nodig, iets wat niet met oplossingsgerichte intervisie bereikt kan worden.
Organisatie | Fontys |
Opleiding | Master Educational Needs |
Afdeling | Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg |
Datum | 2019-09-14 |
Type | Master |
Taal | Nederlands |