Alternatief bewegingsonderwijs voor leerlingen met knieklachten in het voortgezet onderwijs
Alternatief bewegingsonderwijs voor leerlingen met knieklachten in het voortgezet onderwijs
Samenvatting
Dit meesterstuk heb ik gemaakt in het kader van de opleiding tot motorisch remedial teacher / motorisch begeleider. Aanleiding voor het schrijven zijn leerlingen binnen de school waar ik werkzaam ben, die op de bank van de gymzaal zitten. Een blessure houdt hen van bewegen af. In dit onderzoek ga ik op zoek naar alternatieve opdrachten voor leerlingen met knieklachten. De hoofdvraag van dit onderzoek luid als volgt:
Op welke manier kan ik passend bewegingsonderwijs aanbieden voor leerlingen met knieklachten in de leeftijd 12 tot 14 jaar op de school waar ik werkzaam ben om deze groep leerlingen te laten participeren bij de bewegingslessen?
De doelgroep van dit onderzoek bestaat uit acht leerlingen met verschillende knieklachten. Daarbij zijn er drie leerlingen met groeipijn, drie leerlingen met een klacht aan de meniscus, een leerling met een loszittende knieschijf, een leerling met Osgood Schlatter 1en twee leerlingen hebben last van de banden rond de knie. In totaal tien verschillende blessures bij acht leerlingen.
Cranenburgh (2000) beschrijft dat pijn voortkomt uit een prikkeling van de zenuwuiteinden. Door het bewegen van de knie worden deze zenuwen geprikkeld en dat zorgt voor de knieklachten en bewegingsproblemen van deze leerlingen. Gielen (2002) en Platzer (2006) beschrijven dat de knie kan buigen, strekken en kan draaien (naar binnen en naar buiten) wat bewegen mogelijk maakt.
Het alternatieve programma voldoet aan diverse eisen. Ten eerste zijn er wettelijke kerndoelen voor het vak lichamelijke opvoeding. Daarnaast is er een vak- en schoolvisie waarbinnen dit programma geschreven is. Binnen deze visie zijn betrokkenheid en creativiteit van belang. De betrokkenheid en creativiteit komen in het onderzoek en het alternatieve programma naar voren. Daarnaast is er een samenwerking gevonden met een fysiotherapeut. Hiermee wordt vooruitgelopen op het wetsvoorstel van Dijksma (2009) waarin zij de ketenzorg op scholen wil bevorderen. De ketenzorg staat voor een betere samenwerking tussen zorginstellingen en het onderwijs.
Het praktijkgedeelte van het onderzoek bestaat uit twee delen. In het eerste deel is een vragenlijst afgenomen bij de doelgroep. Daarnaast is er een interview geweest met een fysiotherapeut. Uit deze gegevens is gebleken dat de bewegingsmogelijkheden van de leerlingen verschillend zijn. Ook is gebleken dat de leerlingen het gebruik van de fitnessruimte op school als nuttig zien. De fysiotherapeut geeft aan een samenwerking te zien zitten. Daarbij moet het mogelijk zijn om leerlingen met knieklachten te laten herstellen door oefeningen te doen in de fitnessruimte van school.
In het tweede deel zijn aan de hand van deze gegevens alternatieve opdrachten gemaakt en getest. Drie leerlingen van de doelgroep en een andere docent LO hebben deze opdrachten bekeken en geëvalueerd. Daaruit is naar voren gekomen dat leerlingen gemotiveerd zijn om in de fitnessruimte te werken. De oefeningen in de fitnessruimte zijn duidelijk geformuleerd maar niet uitdagend. De motivatie wordt bij deze leerlingen gevonden in de wetenschap dat het bijdraagt aan hun herstel.
Naast deze oefeningen in de fitnessruimte zijn er alternatieve oefeningen gemaakt voor leerlingen die geen baat hebben bij de fitnessoefeningen of daar geen toestemming voor hebben.
De belangrijkste conclusies van dit onderzoek zullen hieronder opgesomd worden
- Leerlingen met knieklachten hebben verschillende bewegingsmogelijkheden en een herstelprogramma is persoonsgebonden.
- Samenwerken met een fysiotherapeut is mogelijk en is een stap in de richting van ketenzorg.
- Het gebruik van de fitnessruimte leidt niet bij elke leerling tot herstel.
- Door een alternatief programma kunnen alle leerlingen met knieklachten actief betrokken worden bij de les LO.
Een belangrijke aanbeveling is dat de docent verantwoordelijk blijft voor de leerlingen. Er zal verantwoord gewerkt dienen te worden met de mediakaarten uit dit onderzoek omdat deze voor een algemene groep zijn gemaakt.
Organisatie | Fontys |
Afdeling | Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg |
Jaar | 2010 |
Type | Master |
Taal | Nederlands |