Referentiewaarden voor musculoskeletal ultrasound van de schouder
Zowel voor mannen als vrouwenReferentiewaarden voor musculoskeletal ultrasound van de schouder
Zowel voor mannen als vrouwenSamenvatting
Inleiding: Jaarlijks komen 15 op de 1000 mensen met schouderklachten bij de huisarts, waarvan 70% het de pezen van de rotator cuff betreft. Voor de diagnose wordt gebruik gemaakt van Musculoskeletal Ultrasound (MSU) en om de diagnose te optimaliseren zijn referentiewaarden nodig. Het doel van het onderzoek is het bepalen van referentiewaarden bij zowel mannen als vrouwen voor verschillende anatomische structuren in de schouder met behulp van echografie.
Methode: Na goedkeuring van de Fontys Commissie Ethiek van Onderzoek (FCEO) werd observationeel ratio onderzoek uitgevoerd. Informed consent is getekend door alle deelnemers. Volgens protocol zijn 60 gezonde volwassenen tussen de 20 en 60 jaar bilateraal gescand met de Aloka ProSound Alpha 7, waarbij de dikte van de biceps pees, rotator cuff pezen, de acromioclaviculaire ruimte in mm en de hoek in graden zijn gemeten. Hiervan zijn gemiddelde, standaard deviatie, minimum en maximum bepaald, welke gebruikt worden als referentiewaarden. Tevens wordt naar het verschil tussen mannen en vrouwen gekeken door middel van een ongepaarde T-toets. De intra beoordelaars betrouwbaarheid is bepaald middels de Intraclass Correlation Coefficient (ICC).
Resultaten: De intra beoordelaars betrouwbaarheid in dit onderzoek was ICC >0,7. Referentiewaarden voor de biceps pees transversaal (man: 4,07 ± 0,65, 2,6-5,3 vrouw: 3,60 ± 0,49, 2,3-5,0), de biceps pees longitudinaal (man: 4,30 ± 1,01, 2,0-7,1 vrouw: 3,72 ± 0,66, 2,4-6,1), de subscapularis pees (man: 4,20 ± 0,77, 3,0-6,1 vrouw: 3,85 ± 0,63, 2,6-5,5), de supra spinatus pees (man: 5,20 ± 0,85, 3,9-6,8 vrouw: 4,94 ± 0,78, 3,3-6,8), de infra spinatus pees (man: 3,75 ± 0,96, 1,9-5,7 vrouw: 3,35 ± 0,60, 2,0-4,4), de acromioclaviculaire ruimte (man: 6,60 ± 1,65, 3,8-11,0 vrouw: 5,90 ± 1,60, 3,2-10,0) en de hoek van het AC-gewicht (man: 70,20 ± 10,46, 49,8-90,0 vrouw: 60,46 ± 13,49, 29,8-90.0) zijn bepaald. Significante verschillen zijn gevonden tussen mannen en vrouwen voor alle bepaalde structuren (p <0,01), behalve de supra spinatus pees (p=0,098).
Conclusie: De referentiewaarden voor de biceps pees (transversaal en longitudinaal), de subscapularis pees, de supraspinatus pees, de infraspinatus pees, de acromioclaviculaire ruimte en de hoek van het AC-gewicht zijn bepaald waarbij geen significant verschil gevonden is tussen man en vrouw bij de supraspinatus pees.
Organisatie | Fontys |
Opleiding | MBRT |
Afdeling | Fontys Paramedisch |
Jaar | 2015 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |