De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

De spiraal-CT: Hoe beïnvloedt de pitch de beeldkwaliteit?

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

De spiraal-CT: Hoe beïnvloedt de pitch de beeldkwaliteit?

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

Doel: Het aantonen of het diagnostisch verantwoord is om voor een controle CT-onderzoek van een testiscarconoom gebruik te maken van de pitch-1-techniek i.p.v. de pitch-2-techniek.

Bij verandering van de pitch-factor treden er veranderingen op in de beeldkwaliteit, de tijdsduur van een onderzoek en de stralenbelasting. De verandering in de beeldkwaliteit en de stralenbelasting gaan wij onderzoeken en de meest gestelde vragen die daarbij gesteld worden zijn:
- Welke patiënten komen hiervoor in aanmerking ?
- Wat is de grootte van de eventuele afwijkingen?
- Hoe is de detailweergave bij de pitch-1-techniek t.o.v. de pitch-2-techniek?
- Hoe is de contrastweergave bij de pitch-1-techniek t.o.v. de pitch-2-techniek?
- Welke afbeeldingen kun je op een afbeelding m.b.v. de pitch-2-techniek wel zien en welke niet?
- Hoe zit het met de dosis- en risicoreductie?

Onderzoeksopzet: Onder beeldkwaliteit verstaan we spatiële resolutie, contrastresolutie en signaal/ruis-verhouding welke we onderzoeken met behulp van drie verschillende proeven.
Allereerst doen we dit m.b.v. het Philips-fantoom. Door bij elke scan de pitch, kV- en mA-waarden te veranderen, kunnen we eventueel veranderingen in de beeldkwaliteit zien.
Met de zelfgemaakte fantomen, waarbij we met behulp van gehaktballetjes lymfomen nabootsen, kijken we naar wat we nog wel en wat we niet meer kunnen zien bij pitch 2 t.o.v pitch 1.
Vervolgens kijken we m.b.v. het patiëntenonderzoek welke afbeeldingen we m.b.v. pitch 2 nog wel zien zijn en welke niet. Door bepaalde stukken twee maal te scannen, eerst met de pitch-1-techniek en vervolgens nogmaals met de pitch-2-techniek, kunnen we de beide afbeeldingen vergelijken en met behulp van een radioloog beoordelen.

Resultaten:
Het Philips-fantoom: Bij verhoging van de pitchfactor neemt zowel de spatiële resolutie als de contrastresolutie. De S/R-verhouding neemt toe bij verhoging van de pitchfactor.
De zelfgemaakte fantomen en het patiëntenonderzoek: bij een hogere pitch-factor is er sprake van meer bewegingsartefacten. Bij pitch 2 zijn nagenoeg evenveel structuren zichtbaar als bij pitch 1, echter zijn kleine structuren (< 1 cm) over het algemeen minder duidelijk begrensd met de omgeving. Grote structuren (> 1 cm) daarentegen zijn bij pitch 2 duidelijker afgebeeld dan bij pitch 1.

Conclusie: Uit dit onderzoek blijkt dat het diagnostisch verantwoord is om bij een controle-CT onderzoek van het testiscarcinoom gebruik te maken van de pitch-2-techniek i.p.v. de pitch-1-techniek. De dosisreductie hierbij is 50%. Bij zowel pitch 1 als bij pitch 2 bestaat er de kans dat er tijdens het scannen kleine lymfomen (< 1,5 cm) gemist zullen worden. De kans op het missen van grote lymfomen (> 1,5 cm) is bij pitch 2 klein, evenals bij pitch 1.



Aanbevelingen: Met slechts 8 patiënten is ons patiëntenonderzoek niet uitgebreid genoeg en kunnen we geen toereikende conclusie trekken. We raden dan ook aan dit onderdeel van het onderzoek voort te zetten.
Verder raden we aan dit patiëntenonderzoek ook uit te voeren m.b.v. pitch 1.4 waarbij de beeldkwaliteit, volgens ons onderzoek m.b.v. het Philips-fantoom, nagenoeg gelijk blijft in vergelijking met pitch 1, terwijl de dosisreductie 28,5% is.

Toon meer
OrganisatieFontys
OpleidingMBRT
AfdelingFontys Paramedisch
Jaar2001
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk