Samenvatting

Er zijn vele ondernemers die hun ondernemerschap in de vorm van een eenmanszaak zijn begonnen. Naarmate de onderneming groeit en er meer winst wordt behaald stellen veel ondernemers zich de vraag of het wel zo verstandig is om de onderneming in de vorm van de eenmanszaak verder te exploiteren. Zou het niet verstandiger zijn om de activiteiten vanuit een BV te verrichten? Het is daarbij verstandig eerst stil te staan bij de motieven om een BV op te richten en te kijken welke knel- en aandachtspunten er zijn bij de inbreng van de eenmanszaak in een BV.
Er zijn vele motieven waarom een BV aantrekkelijk is als ondernemingsvorm. Tevens verschilt de eenmanszaak in vele opzichten van de BV. Kijkt men naar de aansprakelijkheid dan komt men gauw tot de conclusie dat de aansprakelijkheid bij de BV beter gewaarborgd is. Ook op fiscaal gebied verschilt de BV nogal van de eenmanszaak. De eenmanszaak wordt belast met inkomstenbelastingen en de BV wordt belast via verschillende soorten belasting zoals de vennootschapsbelasting, loonbelasting en dividendbelasting.
Om de BV optimaal te laten functioneren moeten we goed kijken naar de structuur en blijkt dat we het beste kunnen kiezen voor een holdingstructuur met twee BV's; de holding BV en de werkmaatschappij BV.
Wanneer de BV sterk groeit is er kapitaal benodigd om zo aan de stijgende vraag naar producten of diensten te kunnen voldoen. Hierbij worden er enkele interessante opties gegeven om geld aan te trekken, zoals aandelenemissie, diverse soorten kredieten en een door de overheid gesteunde groeifaciliteit.
Andere belangrijke motieven om een BV op te richten zijn dat de continuïteit beter is gewaarborgd en de mogelijkheid bestaat om een voorziening te treffen voor het pensioen in de vorm van het pensioen in eigen beheer.
De eenmanszaak kan op twee manieren worden ingebracht in een BV. Namelijk via een ruisende inbreng en via een geruisloze inbreng. Bij een ruisende inbreng wordt de eenmanszaak gestaakt en ontstaat er een fiscale claim, de stakingswinst. Deze stakingswinst kan gedeeltelijk voorkomen worden door het bedingen van een lijfrente. Verder blijkt dat de hoogte van de goodwill en daarmee de hoogte van de stakingswinst een effect heeft of er ruisend of geruisloos moet worden ingebracht.
De geruisloze inbreng betekent geen staking van de eenmanszaak, maar meer een juridische omzetting van de ondernemingsvorm. Er volgt dan ook geen stakingswinst, maar er dienst wel rekening gehouden te worden met enkele addertjes onder het gras.