De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Hamstring, powerhouse tijdens het sprinten

hoeveel kracht leveren je hamstrings tijdens het sprinten?

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Hamstring, powerhouse tijdens het sprinten

hoeveel kracht leveren je hamstrings tijdens het sprinten?

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

Inleiding: Hamstringblessures zijn een van de meest voorkomende sportblessures met een percentage van 13 tot 17% binnen het betaalde voetbal. Inmiddels is het nodige bekend over het ontstaan van hamstringblessures maar het aantal blessures neemt nog niet af. Het doel van dit onderzoek is het ontwikkelen van een model dat de netto momenten rond de heup en de knie gedurende de zwaaifase berekend en hier vervolgens de benodigde spierkracht uit berekend die de hamstrings moeten leveren om de netto momenten te realiseren. Het model zal als voordeel hebben dat het in verdere onderzoeken gebruikt kan worden om de hamstringkrachten te verlagen.
Methode: De input van het model bestaat uit algemene anatomische parameters, individuele anatomische parameters en een praktijkmeting. De algemene parameters bestaan uit de positie van het zwaartepunt per segment, het gewicht per segment en de momentsarmen van de hamstrings over de heup en de knie. De segmenten zijn: het bovenbeen, het onderbeen en de voet. De individuele parameters bestaan uit de lichaamslengte, het lichaamsgewicht, de lengte van het bovenbeen, de lengte van het onderbeen en de lengte van de voet. Deze parameters zijn onder andere gemeten gedurende de praktijkmeting. Gedurende deze meting zijn buiten de individuele parameters ook markerdata en EMG data verzameld. De markerdata is verzameld van vijf markers geplaatst op: de teen, de hiel, de malleolus lateralis, de laterale epicondyl van het femur en de trochantor major. De EMG data is verzameld van de m. rectus femoris en de m. semitendinosus. De data is verzameld van drie proefpersonen. Het model wordt juist bevonden indien de piek van de hamstringkracht zich bevindt in de terminal swing.
Modelvorming: Door middel van het model is uit de gemeten inputparameters de gemiddelde hamstringkracht tijdens de zwaaifase berekend. Dit is gedaan met gebruik van inverse dynamica. Om een schatting te kunnen maken van de nauwkeurigheid van de berekende spierkracht ten opzichte van de werkelijke spierkracht is de co-contractie tussen de hamstrings en quadriceps nodig. Bij een grote co-contractie ligt de werkelijke spierkracht een stuk hoger dan er berekend is. Echter was het door technische redenen niet mogelijk het EMG in het model te includeren.
Resultaten: Het eerste resultaat van het onderzoek is het ontwikkelde model wat de minimale benodigde hamstringkrachten gedurende de zwaaifase van een sprint berekend. Tevens zijn er drie proefpersonen gemeten. De maximale spierkracht bedraagt ongeveer 35 N/kg en bevindt zich in de terminal swing. Dit is de minimale benodigde spierkracht, de werkelijke spierkracht zal hoger liggen.
Discussie: Wanneer de uitkomsten van het model vergeleken worden met de literatuur is goed te zien dat de maximale hamstringkracht in de literatuur hoger ligt. Dit is te wijten aan de hogere snelheid waarmee gesprint wordt. De maximale hamstringkracht bevindt zich zowel bij het model als in de literatuur in de terminal swing. Zoals eerder vermeld is het niet mogelijk geweest om EMG te includeren. Wanneer naar de literatuur gekeken wordt is de co-contractie gedurende het sprinten in de terminal swing zeer klein. Dit zorgt voor een goede overeenkomst tussen de berekende hamstringkracht en de werkelijke hamstringkracht. Het blijft echter een benadering.
Conclusie: Het doel van het onderzoek is bereikt en er is een valide model ontwikkeld waarmee de hamstringkrachten gedurende de zwaaifase van een sprint berekend kunnen worden. Door het ontbreken van EMG data is de mate van co-contractie tussen de hamstrings en quadriceps niet in beeld gebracht. Het ontwikkelde model kan in verdere onderzoeken gebruikt worden om zo een nog beter beeld te krijgen van de hamstringkrachten. Tevens kan het gebruikt worden om de piekkrachten te verminderen zonder de prestaties eronder te laten lijden.

Toon meer
OrganisatieDe Haagse Hogeschool
OpleidingGVS Mens en Techniek | Bewegingstechnologie
AfdelingFaculteit Gezondheid, Voeding & Sport
Jaar2016
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk