Evaluatie van de Powerglove voor het meten van de hoekstanden en bewegingen van het CMC-I gewricht tijdens het schrijven
Evaluatie van de Powerglove voor het meten van de hoekstanden en bewegingen van het CMC-I gewricht tijdens het schrijven
Samenvatting
In dit onderzoek is de inzetbaarheid van de Powerglove onderzocht voor het objectiveren van de standsveranderingen en bewegingsveranderingen van het eerste carpometacarpale gewricht (CMC-I) bij 15 gezonde proefpersonen, voor latere toepassing bij CMC-I artrose patiënten. De Powerglove meet in 3D het kinematisch patroon van de hand tijdens korte handelingen.
De maximale hoekuitslagen van de duimgewrichten zijn gemeten met goniometers en de Powerglove. Daarnaast zijn de gewrichtshoeken van de duim met de Powerglove gemeten tijdens het overtrekken van grote en kleine figuren (cirkels en driehoeken) met een reguliere ballpoint en een ballpoint waarop een penverdikker is bevestigd.
De intraclass correlation coefficients (ICC) van de absolute hoekuitslagen rond de X- en Z-as en de ICC van de Range Of Motion (ROM) rond de Z-as lagen boven de 0.70. De standard error of measurements van de absolute hoekuitslagen lagen tussen de 8.04° en de 11.99° en van de ROM’s tussen de 0.79° en de 1.15°. De smallest detectable differences van de absolute hoekuitslagen en de ROM’s lagen tussen respectievelijk de 22.30° en de 33.23° en de 2.19° en 3.19°. Op dit moment is het niet mogelijk betrouwbaar de absolute hoekuitslagen van het CMC-I gewricht te meten met de Powerglove. De ROM’s zijn wel betrouwbaar te meten.
De verschillen tussen de hoekuitslagen (absolute hoeken en ROM’s) gemeten met de goniometers en de Powerglove van het CMC-I gewricht lagen in de meeste gevallen boven de 20°. De data van de Powerglove is dus moeilijk klinisch te interpreteren.
Er zijn significante verschillen (P<0.05) gevonden tussen het overtrekken van de grote en kleine figuren in de absolute hoekuitslagen en in de ROM’s (op één na). Verschillen in het bewegen van het CMC-I gewricht zijn niet waarneembaar tussen het overtrekken van de kleine cirkels met een reguliere ballpoint en een ballpoint waarop een penverdikker is bevestigd. Deze verschillen zijn wel waar te nemen tussen het overtrekken van grote en kleine figuren wanneer in de vergelijking gebruik wordt gemaakt van de gemiddelde waardes berekend per proefpersoon over drie trials.
Organisatie | De Haagse Hogeschool |
Opleiding | TISH Bewegingstechnologie |
Afdeling | Academie voor Technologie, Innovatie & Society Den Haag |
Partner | VU Medisch Centrum |
Jaar | 2014 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |