Bekkenrotatie tijdens submaximaal en maximaal sprinten gemeten met 3-D Motion Analysis Tool
Bekkenrotatie tijdens submaximaal en maximaal sprinten gemeten met 3-D Motion Analysis Tool
Samenvatting
Hamstringblessures ontstaan veel tijdens maximaal sprinten en niet tijdens submaximaal sprinten, dit kan verschillende oorzaken hebben. Er wordt gedacht dat een van die oorzaken de kanteling van het bekken is in het sagittale vlak, omdat de kanteling van het bekken een rol speelt in de lengte van de hamstring. Het doel van deze studie is om te onderzoeken: in hoeverre er een verschil in kanteling van het bekken in het sagittale vlak is tussen submaximaal (80-90%) en maximaal sprinten (100%). In deze studie hebben 9 ervaren sprintatleten deelgenomen (leeftijd 22,1 (3,48)), die geen actuele blessures hadden en wedstrijdfit waren. Het onderzoek is uitgevoerd op een atletiekbaan met tartan ondergrond. De proefpersonen hebben 2x 30 meter gesprint op maximale snelheid en daarna 2x op submaximale snelheid. De rotaties van het bekken zijn vastgelegd d.m.v. Xsens Awinda, een 3D Intertial Motion Capture systeem. Van elke meting is de gemiddelde bekkenstand, de minimale en maximale bewegingsuitslag, range of motion en 8 keypoints uit de data gehaald. De 8 gekozen keypoints dekken een complete sprintcyclus voor zowel de linker- als rechterzijde. Met de minimale en maximale bewegingsuitslag is vervolgens de range of motion berekend. Uit elke meting zijn 5 cyclussen voor zowel links en rechts gebruikt voor de resultaten. Dit resulteert in: 10x minimale- en
10x maximale bewegingsuitslag, 10x ROM en 5x alle keypoints per meting. De kanteling van het bekken op die specifieke momenten zijn uit de data gehaald en statistisch getest. Voor de statische testen zijn de linker en rechter cyclus samengenomen tot een gemiddelde, waardoor er 4 keypoints zijn ontstaan voor de analyse. Het verschil tussen maximaal en submaximaal is getest met de dependent T-test (normaal verdeelde data) of de Wilcoxon test (niet normaal verdeelde data). Het bekken kantelt significant meer achterover tijdens maximaal sprinten dan bij submaximaal sprinten. De bewegingen van het bekken tijdens maximaal sprinten lijken niet te zorgen voor een hoger risico op een hamstringblessure. Het bekken kantelt meer achterover tijdens de gehele sprint, dit zorgt dat
de hamstring eerder op kortere lengte actief is.
Organisatie | De Haagse Hogeschool |
Opleiding | GVS Mens en Techniek | Bewegingstechnologie |
Afdeling | Faculteit Gezondheid, Voeding & Sport |
Partner | Kinetic Analysis, 's-Hertogenbosch |
Jaar | 2022 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |