De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

De mening van experts over familiegesprekken bij (vermoedens van) kindermishandeling

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

De mening van experts over familiegesprekken bij (vermoedens van) kindermishandeling

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

Bij vermoedens van kindermishandeling zijn de zorgprofessionals in Nederland sinds 2013 verplicht om de stappen van de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling te doorlopen. Als er sprake is van kindermishandeling moet er hulp worden geboden aan het kind, de pleger en de ouders, apart, al dan niet gezamenlijk. Binnen de meldcode en in de aanpak van kindermishandeling worden deze gesprekken aangegaan, maar veelal apart. De vraag vanuit twee lectoraten is, op welke wijze professionals familiegesprekken kunnen voeren bij casuïstiek kindermishandeling en welke rol kunnen de verschillende gezinsleden (in het bijzonder slachtoffer en pleger) tijdens het familiegesprek hebben. In opdracht van Susan Ketner, Lectoraat Integrale aanpak kindermishandeling en Marie-Louise Luttik, Lectoraat Familiezorg richt deze onderzoeksrapportage zich op wat de meningen van experts zijn over de inzet van familiegesprekken bij (vermoedens van) kindermishandeling.
Het doel van dit onderzoek is om inzicht te krijgen in de mogelijkheden van de toepassing van familiegesprekken bij (vermoedens van) kindermishandeling. Dit wordt in kaart gebracht door meningen van experts te verzamelen. Met de uitkomsten hiervan kunnen mogelijke aanbevelingen worden gedaan over de wijze waarop familiegesprekken kunnen worden gevoerd bij casuïstiek kindermishandeling. De vraagstelling luidt als volgt: “Welke mening hebben experts over het wel of niet toepassen van familiegesprekken, de inhoud en vorm hiervan als er sprake is van (vermoedens van) fysieke en emotionele kindermishandeling en welke rol kunnen het kind (slachtoffer) en de ouders (waarbij één van hen de pleger is) hierin hebben?”. Dit onderzoek is uitgevoerd volgens een kwalitatieve onderzoeksmethodiek met gebruik van semigestructureerd interviews. De interviewvragen zijn opgesteld naar aanleiding van eerder uitgevoerd onderzoek naar het betrekken van familie bij gesprekken over (vermoedens van) emotionele en fysieke kindermishandeling.
De respondenten die deel hebben genomen aan dit onderzoek hebben als werkachtergrond familiegesprekken of kindermishandeling. Deze zijn geselecteerd door het Lectoraat Integrale aanpak kindermishandeling en Lectoraat Familiezorg. De onderzoekers hebben apart van elkaar de gegevens van de interviews geanalyseerd volgens de thematische analyse en software Atlas.ti.
De resultaten van het onderzoek zijn dat familiegesprekken, met het kind en de ouders, een goede aanvulling kunnen zijn bij fysieke- en emotionele kindermishandeling. Maar respondenten geven wel aan dat dit naast de aparte gesprekken moet zijn. Dit betekent een apart gesprek met de ouder en/of apart gesprek met het kind. Dit blijft situatieafhankelijk en afhankelijk van het doel van het gesprek: bespreken van de vermoedens of in gesprek gaan over de mishandeling. Experts raden aan om geen familiegesprek te doen bij vermoedens van kindermishandeling, maar dit in een later stadium te doen. In de beginfase van de professionele relatie tussen de deelnemers en de zorgverlener wordt een familiegesprek afgeraden. Volgens de experts mag er alleen een familiegesprek worden gedaan wanneer er aan de volgende kenmerken wordt voldaan: veiligheid voor alle deelnemers, de zorgverlener is deskundig in het toepassen van een familiegesprek, er is een vertrouwensband tussen de zorgverlener en alle deelnemers hebben een gelijkwaardige rol in het gesprek. Bovenstaande kenmerken kunnen worden behaald door aparte gesprekken te voeren met de ouders (pleger) en met het kind (slachtoffer). Wanneer deze kenmerken zijn behaald kan er een familiegesprek plaatsvinden. Tijdens een (familie)gesprek moeten de ouders vooral in de ouderrol gaan zitten. Tijdens het gesprek is de rol van de zorgverlener onbevooroordeeld, regisserend en stimulerend. De zorgverlener stimuleert de deelnemers om met elkaar in gesprek te gaan. De deelnemers moeten elkaar leren te begrijpen, de pleger kan erachter komen wat de situatie met het kind doet en het kind kan leren waarom de pleger zich zo gedraagt. Dit kan worden bereikt door een familiegesprek aan te gaan.
Het onderzoek maakt inzichtelijk wat de mening van experts is met betrekking tot verschillende onderwerpen naar familiegesprekken bij kindermishandeling. Echter zijn er nog onduidelijkheden die om vervolgonderzoek vragen. Zo is het onbekend hoe de exacte vorm en de volgorde van een familiegesprek, in het geval van fysieke- en emotionele kindermishandeling, eruit moet zien. Daarnaast liepen de meningen van de experts uiteen betreft de training die een deskundige moet hebben gevolgd zodat de zorgverlener bekwaam wordt in het voeren van een familiegesprek binnen kindermishandeling. Ook waren de meningen verdeeld over hoe oud het kind kan zijn om aan het gesprek deel te nemen.

Toon meer
OrganisatieHanze
OpleidingHBO-Verpleegkunde
AfdelingAcademie voor Verpleegkunde
Datum2020-06-05
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk