Inzicht in de zorg omtrent jeuk bij ouderen met dementie
Inzicht in de zorg omtrent jeuk bij ouderen met dementie
Samenvatting
Inleiding: Met dit onderzoek is er onderzocht hoe verpleegkundigen, verzorgenden en helpenden
omgaan met jeuk bij ouderen met dementie. De ziektelast van chronische jeuk wordt soms erger ervaren
dan die van chronische pijn. Jeuk onder ouderen is een groot probleem. Ouderen met dementie kunnen
hoe verder hun ziekte vordert, niet goed meer aangeven waar zij last van hebben.
Door het Universitair Netwerk Ouderengeneeskunde-Universitair Medisch centrum Groningen
(UNO-UMCG) is er in het verleden een handvat over (chronische) jeuk bij ouderen ontwikkeld, enkel voor
artsen. Het UNO-UMCG wil daarom tevens een handvat voor verpleegkundigen, verzorgenden en
helpenden ontwikkelen. Om dit handvat te kunnen ontwikkelen is het nodig geweest om inzicht te krijgen
in de zorg omtrent jeuk bij ouderen met dementie, door verpleegkundigen, verzorgenden en helpenden.
Doelstelling: Het doel van het onderzoek is om de uitvoering van het zorgproces door verpleegkundigen,
verzorgenden en helpenden rondom jeuk bij ouderen met dementie, in de bij het UNO-UMCG
aangesloten zorginstellingen, in kaart te brengen. Dit wordt gedaan zodat er een handvat over jeuk bij
ouderen met dementie voor verpleegkundigen, verzorgenden en helpenden kan worden ontwikkeld.
Methode: Door middel van kwantitatief onderzoek is de benodigde informatie verkregen. Deze informatie
is verkregen door het afnemen van digitale enquêtes onder verpleegkundigen, verzorgenden en
helpenden. De zorgverleners zijn allemaal werkzaam in één van de bij UNO-UMCG aangesloten
zorginstellingen, op een psychogeriatrische afdeling. De steekproef die is genomen, is een selecte
steekproef. Uiteindelijk hebben 220 geïncludeerde respondenten de digitale enquête ingevuld. De
respondenten hebben de enquête ingevuld via de enquête tool ´Google Formulieren´.
Resultaten: Uit de resultaten van de enquête is gekomen dat de helft van de respondenten jeuk een veel
voorkomend probleem vindt onder ouderen met dementie. Daarbij heeft een meerderheid geantwoord dat
de cliënten niet altijd zelfstandig kunnen aangeven wanneer er sprake is van jeuk. Meer dan de helft van
de respondenten heeft aangegeven jeuk voldoende te kunnen signaleren, rapporteren en behandelen.
Een grote meerderheid van de respondenten heeft laten weten niet bekend te zijn met een richtlijn. Uit de
enquête is gebleken dat er bij een grote meerderheid van de respondenten soms of zelden aan jeuk
wordt gedacht wanneer er onbegrepen gedrag wordt vertoond door de cliënt. Een overgroot gedeelte van
de respondenten heeft aangegeven de cliënten elke dag te wassen of te douchen. Incontinentiemateriaal
wordt bij ouderen voornamelijk op vaste tijden verwisselend en wanneer de cliënt hier last van lijkt te
hebben. De helft van de respondenten is ervan overtuigd dat het verwisselen van incontinentiemateriaal
een rol speelt bij jeuk. Echter wordt hierbij zelden gebruik gemaakt van technologie. De vochtintake wordt
door een grote groep respondenten bijgehouden, maar er wordt bij jeuk niet direct aan een vochttekort
gedacht. Over het algemeen heeft de meerderheid van de respondenten aangegeven zichzelf en hun
team een ruime voldoende te geven voor de kennis rondom jeuk.
Conclusie: Uit het onderzoek is gebleken dat de verpleegkundigen, verzorgenden en helpenden jeuk
zien als een veel voorkomend probleem. Daarbij komt dat ouderen met dementie jeuk niet altijd aan
kunnen geven. De respondenten van het onderzoek hebben aangegeven dat het signaleren,
documenteren en behandelen van jeuk voldoende wordt uitgevoerd. Echter is uit de resultaten gebleken
dat er op veel aspecten van de zorg rondom jeuk verdeeldheid bestaat en wijken antwoorden af van wat
er in de literatuur wordt beschreven. Dit is mogelijk het gevolg van het niet tot nauwelijks bekend zijn met
een richtlijn. Er wordt dan ook door de respondenten aangegeven dat er behoefte is aan meer aandacht
voor dit onderwerp en een handvat dat helpt bij de zorg omtrent jeuk bij ouderen met dementie.
Aanbeveling: Op basis van de resultaten en de conclusie is de belangrijkste aanbeveling om een
vervolgonderzoek te doen middels toetsende statistiek om inzicht te krijgen in mogelijke verbanden
binnen dit onderzoek. Verder is het van belang het handvat correct te introduceren en het gebruik ervan
uit te leggen middels klinische lessen. Dit zorgt voor een eenduidig en effectief gebruik van het handvat,
wat mogelijk zal zorgen voor een betere kwaliteit van zorg.
Organisatie | Hanze |
Opleiding | HBO-Verpleegkunde |
Afdeling | Academie voor Verpleegkunde |
Datum | 2020-06-05 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |