Meerwaarde van echografisch onderzoek bij jonge voetballers met een verhoogd risico op de ziekte van Osgood Schlatter
Meerwaarde van echografisch onderzoek bij jonge voetballers met een verhoogd risico op de ziekte van Osgood Schlatter
Samenvatting
Adolescenten in de groeifase zijn gevoelig voor belangrijke klinische aandoeningen van het bewegingsapparaat, waaronder de ziekte van Osgood-Schlatter. Dit is een aandoening die wordt gekenmerkt door pijn ter hoogte van de tibiale apofyse onder de knie. De fysieke belasting van jeugdvoetballers die een professionele jeugdopleiding binnen een betaald voetbal organisatie volgen is hoog, waarbij de ziekte van Osgood Schlatter één van de meest voorkomende oorzaken is van kniepijn. Deze jeugdvoetballers melden zich vanwege de prestatiecultuur vaak pas bij het medische team in een vergevorderd stadium van de ziekte van Osgood Schlatter, waarbij de activiteiten voor langere tijd moeten worden beperkt. Dit kan mogelijk leiden tot een afname van het prestatieniveau op de langere termijn. Vroege constatering en behandeling kunnen vroege terugkeer naar sportactiviteiten mogelijk maken en mogelijk de lange termijn consequenties beperken of voorkomen.
Het doel van dit onderzoek is het verhogen van het inzicht in de veel voorkomende ziekte van Osgood Schlatter en antwoord vinden op de vraag of echografie kan worden ingezet om de ontwikkeling en gesteldheid van de tibiale apofyse te monitoren in verband met de ziekte van Osgood Schlatter. Dit cross-sectioneel onderzoek is uitgevoerd binnen de jeugdopleiding van betaald voetbal organisatie sc Heerenveen, in samenwerking met de opleiding fysiotherapie en MBRT van de Hanze Hogeschool te Groningen. Een populatie van 20 spelers ofwel 40 knieën zijn zowel klinisch als echografisch onderzocht en gediagnosticeerd. De gemiddelde leeftijd van de onderzoekspopulatie is 13 jaar. In totaal zijn op basis van het
klinisch beeld 25 procent van alle onderzochte spelers gediagnosticeerd met de ziekte van Osgood Schlatter, tegenover 90 procent op basis van het echografisch onderzoek. Bij vier van de vijf spelers [80 procent] van de klinisch gediagnosticeerde spelers is de ziekte van Osgood Schlatter beiderzijds geconstateerd. Op basis van de echografische scans is de aandoening bij zestien van de achttien spelers [88,9 procent] zowel links als rechts gediagnosticeerd. De knieën met klinische symptomen van de ziekte van Osgood Schlatter bevinden zich in alle gevallen in het apofyse of epifyse stadium van het botrijpingsproces van de tuberositas tibia volgens de classificatie van Ehrenborg en Lagergren. Twee van de 34 echografisch gediagnosticeerde knieën [5,9 procent] bevinden zich in het kraakbeenstadium, dertien daarvan [38,2 procent] in het apofyse stadium en het merendeel van negentien knieën [55,9 procent] in het epifyse stadium. Wanneer op de echografische scan een type 4 is vastgesteld volgens de classificatie van De Flaviis en collega’s, gelijk aan de meest ernstige gradatie binnen deze classificatie, zijn er zowel knieën waarbij er wel klinische symptomen aanwezig zijn als knieën waarbij er geen klinische symptomen aanwezig zijn.
Op basis van het huidige onderzoek lijkt het er op dat echografie kan worden ingezet om de ontwikkeling van de tibiale apofyse te monitoren in verband met de ziekte van Osgood Schlatter. Het echografisch beeld geeft andere inzichten dan het klinisch beeld en kan mogelijk ter aanvulling van het klinisch diagnosticeren worden gebruikt.
Samenvatting ook in het Engels.
Organisatie | Hanze |
Opleiding | Fysiotherapie |
Afdeling | Academie voor Gezondheidsstudies |
Datum | 2020-02-14 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |