Moeders kijk op de vader-kindrelatie tijdens detentie
Een kwalitatief onderzoek om de vader-kindrelatie in kaart te brengen door middel van moeders en kinderen waarvan de vader in detentie verblijft.Moeders kijk op de vader-kindrelatie tijdens detentie
Een kwalitatief onderzoek om de vader-kindrelatie in kaart te brengen door middel van moeders en kinderen waarvan de vader in detentie verblijft.Samenvatting
Als een vader in detentie komt, heeft dit veel invloed op het leven van de kinderen. De kinderen kunnen detentieschade oplopen. Om dit te voorkomen of te verkleinen is de Gezinsbenadering opgezet in twee gevangenissen in Noord-Nederland. Ook de context waarin de vader-kindrelatie zich plaatsvindt veranderd doordat de vader in detentie zit. Om de vader-kindrelatie te kunnen onderzoeken, wordt er gebruik gemaakt van het Geïntegreerde Raamwerk van Vader-Kind Relaties en Ouderlijke Gevangenschap. Hierin zijn vier dimensies die volgens Venema et al. (2021) invloed hebben op de vader-kindrelatie. De dimensies zijn vader-kind interacties, perceptie van kwaliteit van de vader-kindrelatie, de familiecontext en de detentiecontext.
Er is een kwalitatief onderzoek gedaan naar de ervaringen van de moeders over de vadervleugel en welk effect dit heeft op de vader-kindrelatie. De hoofdvraag luidt als volgt ‘Wat is de vader-kindrelatie bij gezinnen waarvan de vader in de vadervleugel verblijft, zoals ervaren door moeders?’. Om de hoofdvraag te beantwoorden zijn er zeven semigestructureerde interviews afgenomen
Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat alle vier dimensies als overwegend positief worden ervaren. Hieruit is de conclusie getrokken dat moeders de vader-kindrelatie tijdens detentie ook al met al als positief ervaren. De belangrijkste positieve factoren die hierbij naar voren zijn gekomen zijn de frequente en waardevolle contactmomenten tussen vader en kind, de positieve ervaringen in de gezinskamer, de steun van familieleden, de positieve relatie tussen vader en moeder en de inzet van moeder om de vader-kindrelatie in stand te houden. Wel blijkt dat de band tussen vader en kind tijdens detentie slechter is geworden vergeleken met de periode vóór detentie, voornamelijk vanwege de plotselinge en fysieke afstand door het vertrek van vader naar detentie. Hierdoor is bij verschillende kinderen verlatings- en bindingangst ontstaan.
Er zijn tijdens het onderzoek een aantal factoren naar voren gekomen die verbetert kunnen worden om de relatie tussen vader en kind te verbeteren, namelijk de fysieke afstand tussen vader en kind, het boekingssysteem van de gezinskamer, de vriendelijkheid van medewerkers, de gezette tijden van de (video)belmomenten en de hygiëne binnen de PI, met name de gezinskamer. Om deze factoren te verbeteren is aanbevolen om de vadervleugel in alle PI’s in Nederland te implementeren, vader en kind de mogelijkheid te geven afscheid te nemen van elkaar voordat vader naar de PI gaat, een belschema op te stellen zodat belmomenten meer aan de behoefte van het kind kunnen worden aangepast en een poster met schoonmaaktaken op te hangen in de gezinskamer die afgevinkt kan worden. Ook moet er nog vervolgonderzoek gedaan worden waarin de ervaringen van vaders, moeders en kinderen vergeleken wordt met die van reguliere afdelingen, om een volledig beeld te krijgen van de vader-kindrelatie in vergelijking met reguliere afdelingen.
Organisatie | Hanze |
Opleiding | Toegepaste Psychologie |
Afdeling | Academie voor Sociale Studies |
Datum | 2023-01-09 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |