Het meten van kwaliteit van leven van ouderen na het volgen van een valpreventiecursus
Het meten van kwaliteit van leven van ouderen na het volgen van een valpreventiecursus
Samenvatting
Aanleiding ‘’Aantal gebroken heupen bij ouderen in vijf jaar met 12 procent gestegen’’, zo luidt de titel van een recent nieuwsartikel van nu.nl. Als gevolg van de vergrijzing kwamen 102 duizend 65-plussers in 2017 op de spoedeisende hulp na een valincident. Het in een sociaal isolement raken door angst en verminderd zelfvertrouwen zijn één van de gevolgen van een valincident. Deze gevolgen kunnen invloed hebben op de kwaliteit van leven. Om valincidenten zoveel mogelijk te voorkomen, wordt de valpreventiecursus ‘’In Balans’’ gegeven. De verwachting is dat de valcursus een positieve invloed heeft op kwaliteit van leven, echter wordt er op dit moment geen vragenlijst gebruikt die de kwaliteit van leven meet na het volgen van de valpreventiecursus. Met behulp van literatuurstudie wordt er nagegaan welke vragenlijst over kwaliteit van leven geschikt is als toevoeging bij de valpreventiecursus ‘’In Balans’’.
Methode In totaal hebben drie zoekacties plaatsgevonden, in online database van CINAHL, PEDro, PubMed en Meetinstrumentenzorg. De eerste en tweede zoekactie bestond uit het zoeken naar meetinstrumenten die de kwaliteit van leven meten en de derde zoekactie bestond uit het zoeken naar de klinimetrische kwaliteit van de geïncludeerde meetinstrumenten. De methodologische kwaliteit van de artikelen werd beoordeeld door middel van de STROBE-checklist en de level of evidence. De hanteerbaarheid en de klinimetrische kwaliteit van de meetinstrumenten werden beoordeeld met behulp van het raamwerk voor evidence based products en een systematische review van Terwee et al. (2007).
Resultaten In totaal zijn er vijf meetinstrumenten geïncludeerd voor het literatuuronderzoek. In PubMed werden uiteindelijk zes artikelen gevonden die de klinimetrische kwaliteit meten van de SF-36, WHOQOL-bref, WHOQOL-100, NHP. De studies van Paredesa et al. (2019) en Cabral et al. (2012) tonen de hoogste inter-intrabeoordelaarsbetrouwbaarheid aan voor de WHOQOL-100 (rp 0.72 – 0.88) en de NHP (ICC 0.92 - 0.96). De studies van Ten Klooster et al. (2013), Paredesa et al. (2019) en Cabral et al. (2013) tonen op alle domeinen van de SF-36, WHOQOL-100 en de NHP een goede interne consistentie (Ca >0.70). De criteriumvaliditeit is als enige bepaald in de studies Oliveira et al. (2016) (Re 0.02 – 0.52) en Paredesa et al. (2019) (Re 0.42 – 0.52, p<0.001). In alle artikelen is een lage constructvaliditeit aanwezig, behalve in het artikel van Oliveira et al. (2016) (ML 0.80 – 0.95). De responsiviteit is als enige gemeten in de studie van Klooster et al. (2013) en scoorde laag (SRM 0.17 – 0.76).
Conclusie Door het uitvoeren van de literatuurstudie is naar voren gekomen dat de SF-36 de best hanteerbare vragenlijst is. Echter, komt de WHOQOL-100 als meest geschikte vragenlijst naar voren en de SF-36 als beste opvolger wanneer er wordt gekeken naar de algehele klinimetrische kwaliteit. Doordat meerdere positieve validiteitsonderzoeken zijn geweest naar de SF-36 en omdat de hanteerbaarheid van groot belang is, wordt met matig bewijs de SF-36 aanbevolen.
Samenvatting ook in het Engels.
Organisatie | Hanze |
Opleiding | Fysiotherapie |
Afdeling | Academie voor Gezondheidsstudies |
Jaar | 2019 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |