Van alleen naar samen: de meerwaarde van naasten bij chronische pijn en vermoeidheid
Van alleen naar samen: de meerwaarde van naasten bij chronische pijn en vermoeidheid
Samenvatting
Inleiding:
De ergotherapeuten bij TiM Ergotherapie behandelen regelmatig cliënten met chronische pijn en vermoeidheid. In de praktijk signaleren zij regelmatig frustratie bij cliënten door hun naasten, zoals hun partner of familie. Veel cliënten gaan de fase van gedragsverandering in, waardoor zij vaste patronen en gewoontes gaan doorbreken. Dezeverandering kan binnen het systeem leiden tot confrontaties of spanningen. Het gevolg is dat het herstel wordt belemmerd en de participatie in het dagelijkse levenminder wordt. De ergotherapeuten willen deze situatie gaan verbeteren. De onderzoeksvraag luidt: “Hoe kunnen de ergotherapeuten bij TiM Ergotherapie tijdens de ergotherapeutische behandelingen de naasten van de cliënt betrekken om de participatie van de cliënt met chronische pijn en vermoeidheid te bevorderen?”
Methode:
Voor dit onderzoek is literatuur- en praktijkonderzoek uitgevoerd. In wetenschappelijke databanken en in boeken is gezocht naar ergotherapeutische interventies om naasten te betrekken bij cliënten met chronische pijn en vermoeidheid. Aanvullend zijn vijf semigestructureerde interviews gehouden met ergotherapeuten uit eerstelijnspraktijken om inzicht te krijgen in de huidige werkwijze. De gevonden interventies vanuit het literatuuronderzoek zijn meegenomen in het praktijkonderzoek. De interviews zijn vervolgens getranscribeerd en thematisch gecodeerd.
Resultaten:
Uit de literatuur blijkt dat interventies zoals educatie, het bevorderen van open communicatie, herstructurering van rollen, cognitieve gedragstherapie (zoals ACT), groepsbehandelingen en motiverende gespreksvoering effectief kunnen zijn bij het betrekken van naasten. In de praktijk worden zij betrokken op initiatief van de cliënt of wanneer de ergotherapeut signalen van onbegrip opmerkt. Debetrokkenheid van naasten is daardoor nog geen structureel onderdeel van het behandelproces. Hoewel ergotherapeuten het betrekken van naasten alswaardevol ervaren, worden de genoemde interventies in de praktijk nauwelijks toegepast. Educatie is daarbij de meest genoemde interventie en wordt voornamelijk ingezet wanneer er sprake is van onbegrip. Oorzaken voor het beperkte betrekken van naasten zijn onder andere handelingsverlegenheid en het ontbreken van concrete handvatten voor praktische uitvoering.
Conclusie en aanbevelingen:
Naasten betrekken bij de behandeling van cliënten met chronische pijn en vermoeidheid vergroot begrip, ondersteunt gedragsverandering, zorgt voor pijnvermindering en bevordert participatie. Zowel de literatuur als de praktijk benadrukken deze meerwaarde. Uit het onderzoek blijkt echter dat er geen eenduidige werkwijze bestaat voor het structureel betrekken van naasten, door handelingsverlegenheid en gebrek aan praktische handvatten. Er wordt daarom aanbevolen om:
- Structureel naasten te betrekken: Maak het in kaart brengen van de communicatie van naasten een vast onderdeel in de intakefase.
- Educatie in te zetten als interventie: Ontwikkel en gebruik toegankelijke educatiematerialen en betrek naasten actief bij educatiesessies.
- Implementatie van specifieke interventies gericht op naasten (pilot): start met een kleinschalige pilot waarin verschillende interventies worden getest in de praktijk. Verzamel ervaringen van zowel cliënten, naasten als therapeuten.
| Organisatie | |
| Opleiding | |
| Afdeling | |
| Partner | TiM Ergotherapie |
| Datum | 2025-06-12 |
| Type | |
| Taal | Nederlands |
































