Groen in de Gemeente
Gemeenten en de nieuwe wet natuurbeschermingGroen in de Gemeente
Gemeenten en de nieuwe wet natuurbeschermingSamenvatting
Op dit moment bestaat de natuurwetgeving uit de volgende drie wetten; de Natuurbeschermingswet 1998, de
Flora en faunawet en de Boswet. In deze wetten zijn, naast taken en bevoegdheden voor de Rijksoverheid en
de provincie, ook taken en bevoegdheden weggelegd voor gemeenten.
In de Flora en faunawet en Natuurbeschermingswet worden regels gegeven over het behoud van soorten en
gebieden. Deze regels horen door gemeenten meegenomen te worden in de instrumenten die zij tot hun
beschikking hebben. Daarnaast kunnen er binnen gemeenten verordeningen worden vastgelegd in het kader
van de instandhouding van het bosareaal. De Boswet is hierbij onmisbaar.
Binnen de taken en bevoegdheden van de huidige wetgeving zal er iets gaan veranderen als de het
wetsvoorstel van de Wet natuurbescherming in werking zal treden. Het is de bedoeling dat dit wetsvoorstel in
2016 zijn entree zal maken. Deze wet is een samenvoeging van de genoemde huidige natuurwetgeving.
De VNG heeft haar zorgen geuit over deze nieuwe Wet natuurbescherming en wat dit voor gemeenten zal gaan betekenen. Als belangenorganisatie voor gemeenten wordt er door de VNG dan ook actief gelobbyd richting de Tweede Kamer. Dit onderzoek is een van de documenten die in het lobbytraject zal worden meegenomen. Het onderzoek geeft uiteindelijk een advies aan de VNG voor het lobbytraject, met betrekking op de vraagstukken omtrent de ruimtelijke ordening, die bij gemeenten liggen ten aanzien van de bestuurlijke en ambtelijke uitvoerbaarheid het wetsvoorstel Wet natuurbescherming.
Uit het onderzoek is duidelijk geworden dat er wel degelijk wat zal gaan veranderen. In het juridisch kader is
uiteengezet wat juridisch gezien de taken en verantwoordelijkheden zijn voor gemeenten in zowel de huidige
als de nieuwe wetgeving. In de resultaten is informatie uit de interviews weergeven waarin de praktijk tot
uiting komt van de huidige natuurwetgeving en de verwachtingen ten aanzien van de Wet natuurbescherming.
Op aanvraag van de VNG is in de resultaten een onderscheid gemaakt tussen grote, middelgrote en kleine
gemeenten. Om de validiteit te waarborgen is gekozen voor gemeenten die aan het Natura 2000 landschap
‘Rivierengebied’ zijn gelegen.
Er vinden een aantal kleine veranderingen plaats, waarvoor gemeenten naar verwachting geen gehele
werkprocessen hoeven aan te passen. Zo zullen er een aantal beschermde soorten en natuurgebieden
verdwijnen, maar komen daar ook nieuwe soorten en gebieden voor in de plaats. De gemeente krijgt een
aantal extra opties, zoals bij de gedragscode, maar ook een aantal punten om rekening mee te houden, zoals
de internationale structuurvisie en de provinciale structuurvisie.
Aan de andere kant zijn er ook wat grotere constateringen gedaan. Zo zullen er bij de bestemmingsplannen
met een aantal zaken extra rekening gehouden moeten worden, zoals de PAS en de doorwerking van
beheerplannen van Natura 2000 gebieden. Daarnaast vindt er een grote wetswijziging plaats in het kader van
vergunningaanvragen. Waar de initiatiefnemer voorheen twee keuzes had voor een aanvraag met
natuuraspect, is dit bij de Wet natuurbescherming niet langer het geval. Daarnaast wordt er een extra
verantwoordelijkheid bij de gemeente gelegd , waar zowel de VNG als een aantal gemeenten niet blij mee is.
In de conclusies zijn de resultaten van de kleine, middelgrote en grote gemeenten naast elkaar gelegd om te
zien waar de verschillen zitten. Hierin wordt ook duidelijk dat de grote gemeenten in een aantal gevallen niet
aansluiten op de andere gemeenten. Voor de andere gevallen geldt dit voor de kleine gemeenten. In dit opzicht
is er binnen de grote gemeenten een helderdere structuur in het kader van een juiste uitvoering. Dit is te
verklaren door de professionele kennis die deze gemeenten bezitten. In de kleine gemeenten is het
natuuraspect echter veelal bij een medewerker geplaatst die ook vele andere aspecten onder zijn hoede heeft.
Hierdoor wordt ‘Natuur’ een van de vele componenten waar iets mee moet gebeuren. De conclusie geeft
uiteindelijk weer waar de VNG zich, naar aanleiding van dit onderzoek, op zou moeten richten in het
lobbytraject naar de Tweede Kamer.
Organisatie | Hogeschool Leiden |
Opleiding | HBO-Rechten |
Afdeling | Faculteit M&B |
Partner | Vereniging van Nederlandse Gemeenten |
Datum | 2015-09-28 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |