Onduidelijkheden in de Wet normering topinkomens
Een onderzoek naar enkele onduidelijkheden ten aanzien van het begrip 'topfunctionaris', zijn bezoldiging en zijn beëindigingsvergoeding in het kader van de Wet Normering TopinkomensOnduidelijkheden in de Wet normering topinkomens
Een onderzoek naar enkele onduidelijkheden ten aanzien van het begrip 'topfunctionaris', zijn bezoldiging en zijn beëindigingsvergoeding in het kader van de Wet Normering TopinkomensSamenvatting
TeekensKarstens is een middelgroot advocatenkantoor dat met name de zakelijke markt bedient. Binnen het team Zorg & Onderwijs worden veel cliënten uit de (semi-)publieke sector geadviseerd, onder meer over de werking en toepassing van de Wet normering topinkomens (hierna te noemen: WNT). In de kern normeert deze wet de bezoldiging en beëindigingsvergoeding van topfunctionarissen in de (semi-)publieke sector. Zowel van werkgevers- als topfunctionariszijde komen vragen om advies binnen. In de praktijk blijkt dat over een aantal punten onduidelijkheid bestaat. Deze punten zullen middels dit onderzoek zo veel als mogelijk ingevuld worden.
Het doel van dit onderzoek is voor de juristen van TeekensKarstens een aantal, hierna te noemen, begrippen uit de WNT te verduidelijken, opdat zij hierover cliënten kunnen adviseren. Dit zal gebeuren door het onderzoeken van de WNT, de parlementaire geschiedenis, de literatuur en de van toepassing zijnde rechtspraak. Eerst zal het begrip ‘topfunctionaris’ onderzocht worden. Vervolgens zal de bezoldiging van de topfunctionaris en in het bijzonder de vrijstelling van de werkkostenregeling bekeken worden. Ten slotte zal de beëindigingsvergoeding van de topfunctionaris onderzocht worden, waarbij meer specifiek de volgende onderwerpen aan bod komen:
• de betaalde vrijstelling van werk;
• de kosten voor outplacement en advisering;
• de transitievergoeding in het kader van de WNT;
• de normering van de billijke vergoeding door de WNT.
De centrale vraag van dit onderzoek is dan ook: ‘Welk advies kan TeekensKarstens haar cliënten geven ten aanzien van de bezoldiging en de beëindigingsvergoeding van topfunctionarissen in het kader van de WNT, op grond van wet- en regelgeving, jurisprudentieonderzoek en literatuuronderzoek?’.
Het onderzoek ziet voor een groot deel op het in kaart brengen van de WNT en voor zover mogelijk verduidelijken van enkele vragen die nog spelen. Aangezien het belangrijk is eerst een duidelijk beeld te hebben van de WNT an sich, wordt allereerst het kader van de WNT geschetst.
Uit de wet- en regelgeving, de parlementaire geschiedenis en rechtspraak is gebleken wanneer een functionaris als topfunctionaris in de zin van de WNT kwalificeert. Kortgezegd, wanneer een functionaris tot het hoogst uitvoerende of toezichthoudende orgaan behoort, dan wel tot de laag daaronder en de dagelijkse leiding heeft over de hele organisatie, wordt hij aangemerkt als topfunctionaris. Per concrete situatie zal gekeken moet worden wie als topfunctionaris aangemerkt wordt. Hierbij wordt, ook blijkens rechtspraak, met name waarde gehecht aan de feitelijke situatie.
Aan de hand van onderzoek naar wet- en regelgeving en de parlementaire geschiedenis is bekeken welke componenten wel, maar toch vooral welke componenten niet onder het bezoldigingsbegrip vallen. Gebleken is dat vergoedingen en verstrekkingen die als eindheffingsbestanddeel worden aangewezen onder de werkkostenregeling mogen cumuleren met de WNT-bezoldiging, doch slechts wanneer dergelijke aanwijzingen gebruikelijk zijn.
Voorts is de WNT-beëindigingsvergoeding onderzocht en bekeken wanneer cumulatie van de transitievergoeding mogelijk is. Dit is het geval wanneer de transitievergoeding dwingend uit de wet voortvloeit. De betaalde vrijstelling van werkzaamheden, outplacement- en overige adviseringskosten vallen onder omstandigheden niet onder de WNT-beëindigingsvergoeding.
Uit de resultaten van het jurisprudentieonderzoek blijkt dat in beginsel aan de WNT reflexwerking toekomt. Een rechter dient zich dus aan de WNT-norm voor de beëindigingsvergoeding te houden wanneer hij een vergoeding toekent. Echter, ook is gebleken dat aan deze reflexwerking geen waarde gehecht hoeft te worden wanneer toepassing van de WNT-norm leidt tot een onbillijk resultaat. Hiervan zal naar alle waarschijnlijkheid sprake zijn wanneer een werkgever ernstig verwijtbaar handelt, nu gelet op de rechtspraak in het billijkheidsoordeel de mate van verwijtbaarheid aan werkgeverszijde zwaar meeweegt.
Ten slotte zal de WNT in de nabije toekomst in ieder geval tweemaal gewijzigd worden. De Evaluatiewet WNT en de WNT-3 verbreden onder meer de personele reikwijdte van de WNT en verbeteren de uitvoerbaarheid.
Organisatie | Hogeschool Leiden |
Opleiding | HBO-Rechten |
Afdeling | Faculteit M&B |
Partner | TeekensKarstens advocaten |
Datum | 2017-08-01 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |