De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Toezicht conform omgevingswet

Een onderzoek naar de omgevingsbewuste toezichthouder

Open access

Rechten:

Toezicht conform omgevingswet

Een onderzoek naar de omgevingsbewuste toezichthouder

Open access

Rechten:

Samenvatting

De Omgevingswet zal in 2019 inwerkingtreden, wat betekent dat provincies, gemeenten en omgevingsdiensten (uitvoeringsdiensten van gemeenten) zich hierop dienen voor te bereiden. Ten gevolge hiervan zullen intern veranderingen plaatsvinden en het beleid herzien moeten worden. Het gedachtegoed van de nieuwe Omgevingswet is dat er meer bewegingsvrijheid is voor provincies en gemeenten. Provincies en gemeenten hoeven hierdoor bijvoorbeeld minder toetscriteria te stellen aan vergunningen en kunnen tezamen met een initiatiefnemer kijken wat mogelijk is. Dit aspect zorgt ervoor dat maatwerk een belangrijk punt wordt. Tevens door dit aspect is het lastig om te bepalen op welke manier toezicht en handhaving ingericht dienen te worden. De taak van een toezichthouder verschuift hierdoor van handhavend naar adviserend en de Omgevingsdienst Regio Utrecht zal meer beleidsondersteunend zijn dan slechts beleidsneutraal.
Het onderzoek richt zich op de wettelijke veranderingen van taken en bevoegdheden van toezichthouders en ervaringen van koploper instanties bij het maken van beleid conform de Omgevingswet, zodat de toezichtstrategie van de Omgevingsdienst Regio Utrecht kan worden herzien. Het doel van dit onderzoek is om Omgevingsdienst Regio Utrecht te adviseren over de herziening van haar toezichtstrategie. Om die reden is de centrale vraag als volgt geformuleerd: ‘Wat is het beste advies voor Omgevingsdienst Regio Utrecht inzake haar toezichtstrategie zodat de beschrijving van taken, bevoegdheden en rol van de toezichthouder voldoen aan de eisen die gesteld zijn in de Omgevingswet en de Landelijke Handhavingstrategie, naar aanleiding van bronnenonderzoek en ervaringen van de koploper instanties?’.
Het advies bestaat onder andere uit de wettelijke veranderingen, derhalve is door middel van bronnenonderzoek nagegaan hoe de huidige wetgeving omtrent taken en bevoegdheden van toezichthouders verandert ten opzichte van de toekomstige wetgeving. Een belangrijk punt dat uit het bronnenonderzoek naar voren komt, is de omschrijving van de rol van de toezichthouder uit de memorie van toelichting van de Omgevingswet. De huidige toezichtstrategieën zijn aan beide aspecten getoetst. Uit de toetsing komt naar voren dat de huidige toezichtstrategieën nog niet conform de Omgevingswet zijn, daar de rol van de toezichthouder niet is opgenomen. Verder wijst het bronnenonderzoek uit dat een mogelijk sanctiestelsel met slechts de bestuurlijke strafbeschikking, geen effect heeft op de werkzaamheden van Omgevingsdienst Regio Utrecht. De Landelijke Handhavingstrategie, die naast de Omgevingswet blijft bestaan, kan mogelijk juist steun bieden aan de uitvoering van de rol van de toezichthouder.
Het praktijkonderzoek bestaat uit interviews. Het gaat om half-gestructureerde interviews met koploper instanties en open interviews met niet-koploper-instanties. De koploper instanties zijn geselecteerd op basis van het opstellen van een Omgevingsvisie. De niet-koploper-instanties betreffen gemeenten die een toekomstbeeld hebben over toezicht en handhaving. Uit het praktijkonderzoek blijkt dat tijdens het opstellen van de omgevingsvisie niet of nauwelijks gedacht is aan toezicht en handhaving. De instanties hebben zich met name gefocust op thema’s die vanuit de burgerparticitpatie naar voren is gekomen. De instanties die nog geen omgevingsvisie hebben opgesteld hadden hiervoor een verklaring, te weten dat er nog te veel onduidelijk is. Doordat de toetscriteria van vergunning een mindere rol zullen spelen is het de vraag of er meer vooraf of achteraf toezicht gehouden moet worden en gehandhaafd. Dit is een belangrijk vraagstuk om antwoord te krijgen en verder te kunnen kijken naar bijvoorbeeld capaciteit aan toezichthouders.
Naar aanleiding van het onderzoek is het advies voor de Omgevingsdienst Regio Utrecht met het Rijk en gemeenten in gesprek te gaan. Hierdoor zullen onduidelijkheden worden verhelderd. De vraag die aan het Rijk gesteld dient te worden is: ‘Hoe dient de bewegingsvrijheid van gemeenten omtrent het verlenen van vergunningen te worden ingevuld?’. De vragen voor de gemeenten zijn ‘Welke ideeën hebben de gemeenten over de invulling van hun bewegingsvrijheid?’ en ‘Welke voorkeur heeft u (lees de gemeente) omtrent toezicht houden: voorafgaand de realisatie van het initiatief of achteraf de realisatie van het initiatief?’. Daarnaast luidt het advies om toezichthouders bijlage XVII te laten gebruiken bij de uitvoering van hun werkzaamheden, zodat zij de rol van de toezichthouder per fase van toezicht kunnen uitvoeren conform de Omgevingswet. Het gebruik van de interventiematrix van de LHS kan bij de adviserende rol van de toezichthouder tevens een ondersteunde factor bieden.

Toon meer
OrganisatieHogeschool Leiden
OpleidingHBO-Rechten
AfdelingFaculteit M&B
PartnerOmgevingsdienst Regio Utrecht
Datum2017-09-26
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk