De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

Het is aan de orde van de dag: 'probleemwijken'. De overheid stopt de komende tien jaar 250 miljoen euro in 40 geselecteerde wijken in 18 verschillende steden die onder de noemer 'probleemwijk' vallen. Wat zijn de plannen van de gemeenten met deze wijken en waar moet het geld aan besteed gaan worden? Wat zijn de mogelijkheden in de wijken, hoe kan het aantrekkelijker gemaakt worden en willen mensen wel verhuizen naar een 'probleemwijk'?

Vaak zijn probleemwijken de oude arbeiderswijken, dichtbij het centrum, of naoorlogse flatwijken aan de rand van de stad. Deze oude arbeiderswijken zijn vaak zeer planmatig opgezet, in een planologische vormgeving waar kleinschaligheid en grootschaligheid samengaan. De wijken zijn gerealiseerd voor de fabrieksarbeiders van eind 19e eeuw, en begin 20e eeuw; een arme en afhankelijke bevolkingslaag. De woningen zijn veelal klein en opgezet in rijtjes en blokken. Vanwege de betaalbare huur zijn de woningen aantrekkelijk voor mensen met een laag inkomen. Van dergelijke arbeiderswijken zijn er betrekkelijk veel in Utrecht, Rotterdam, Amsterdam, Enschede en Arnhem. In de probleemwijken zijn de problemen rond (kleine) criminaliteit vaak hoger dan in andere wijken.

Voor het vaststellen van probleemwijken in Amsterdam op grond van het voorkomen van
sociale problematiek zijn de volgende indicatoren geselecteerd:

- Het aandeel 0 t/m 23 jarigen per buurtcombinatie;
- Het opkomstpercentage bij de verkiezingen voor de Tweede kamer;
- Het aandeel huishoudens met een minimuminkomen;
- Aandeel eenoudergezinnen per buurtcombinatie;
- Aandeel niet-westerse allochtonen per buurtcombinatie;
- Het aandeel niet-werkende werkzoekenden van 15-24 jaar;
- De gemiddelde CITO-score per buurtcombinatie;
- Het kengetal sociale cohesie. Dit kengetal wordt vastgesteld aan de hand van de reactie van
bewoners op de volgende stellingen:
• De mensen kennen elkaar in deze buurt nauwelijks;
• In deze buurt gaat men op prettige manier met elkaar om;
• Ik woon in een gezellige buurt met veel saamhorigheid;
• Ik voel mij thuis bij de mensen in deze buurt.

In Amsterdam zijn er 18 postcodegebieden aangewezen als probleemgebied. Een daarvan is de Indische Buurt Oost. De woningen in deze buurt zijn te kenmerken als: klein, gemengd en goedkoop gerenoveerd. De wijk is toe aan stadsvernieuwing.

De plannen van Amsterdam zijn als volgt, in het hart van de Indische buurt komt een nieuw plan. Een nieuw ontwerp komt op de plaats van het huidige Borneoblok, reeds gesloopt, aan het Javaplein. Er komen 50 huur-/ koopwoningen voor starters en jonge gezinnen, een bibliotheek, een ondergrondse parkeergarage, een fitnesscentrum, horecaonderneming en bedrijfsruimte.

Het nieuwe Borneohof maakt deel uit van de vernieuwing in de gehele Indische buurt. De vernieuwing is te zien aan:

- Verbeterd stedenbouwkundig plan;
- Architectonische impuls;
- Moderne woningen;
- Een sterkere economische positie van de wijk,
- Betere veiligheid en leefbaarheid.

Ik heb een concept ontworpen voor de wijk en heb me daarbij toegespitst op de architectonische en stedenbouwkundige aspecten.

Goede sociale voorzieningen:

- Prettig leefklimaat;
- Goede infrastructuur, bereikbaarheid;
- Sociale voorzieningen: winkel, horeca gelegenheid, sportfaciliteiten en recreatie, speeltuin;
- Groenvoorzieningen.


Hierbij speel ik in op de volgende problemen:

- Huidige problematiek;
- Criminaliteit;
- Onderstallig onderhoud woningen;
- Samenleven van verschillende bevolkingsgroepen.

Toon meer
OrganisatieHogeschool Utrecht
OpleidingBouwkunde
AfdelingGebouwde Omgeving
Datum2010-05-09
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk