Poliklinische longrevalidatie met als doel het verbeteren van de algemene dagelijkse activiteiten en het vergroten van de algemene conditie bij een 46 jarige mevrouw met COPD GOLD 3, osteopenie, CRPS en DM-II
Poliklinische longrevalidatie met als doel het verbeteren van de algemene dagelijkse activiteiten en het vergroten van de algemene conditie bij een 46 jarige mevrouw met COPD GOLD 3, osteopenie, CRPS en DM-II
Samenvatting
Inleiding: Bij COPD is er sprake van zowel chronische bronchitis als van een longemfyseem. De hoofdoorzaak van COPD is roken. COPD is voornamelijk te herkennen aan dyspneu, hoesten, sputum, vermoeidheid, weinig spierkracht en/of gewichtstoename of afname. De grootste patiëntengroep is 55 jaar of ouder. In 2015 waren er 36,8 per 1.000 mannen en 34,9 per 1.000 vrouwen met COPD. Elk jaar ontwikkeld ongeveer 2 op de 1000 mensen COPD. In dit case report staat het longrevalidatietraject centraal van een 46 jarige mevrouw met COPD GOLD 3, osteopenie, CRPS en DM-II.
Vraagstelling: In welke mate verandert de ziektelast gemeten met de CCQ bij een 46 jarige vrouw met COPD GOLD 3, Osteopenie, CRPS en DM-II na 10 weken longrevalidatie gericht op het verbeteren van de algemeen dagelijkse activiteiten door middel van het vergroten van het uithoudingsvermogen, het vergroten van de perifere en inspiratoire spierkracht, ademhalingsoefeningen en ontspanningsoefeningen
Diagnostiek: Er is gebruikt gemaakt van de vragenlijsten CAT, CCQ, Fysieke activiteiten en MRC kortademigheid. Daarnaast is de algehele conditie bekeken met de 6MWT waarbij ook gebruik gemaakt is van de BORG zwaarte/ dyspneu. De kracht is onderzocht met de handheld dynamometer en de handknijpkrachtmeter.
Behandeling: De interventie bestond uit Ontspanningstherapie (Mindfulness bodyscan), ademhalingstechnieken aanleren, conditietraining en krachttraining. Dit is samengesteld in een persoonlijk trainingsschema, er is getraind in een groep 2 keer per week 10 weken lang. Het hoofddoel is om de conditie te laten toenemen, dyspneu te verminderen bij inspanning, dagelijkse activiteiten te laten toenemen en zelfmanagement te bevorderen.
Resultaten: De CCQ score is toegenomen van 17/60 naar 26/60 en de CAT is afgenomen van 27/40 naar 26/40 wat een verslechtering betekend. Echter is de fysieke activiteitenschaal toegenomen (1/8 naar 3/8) en de MRC kortademigheid afgenomen (4/5 naar 2/5) wat een toename van activiteiten en een vermindering van dyspneu aangeeft. De loopafstand van de 6MWT is verminderd van 540M naar 385M alhoewel de uitvoeringswijze verbeterd is en acute dyspneu na inspanning sneller afneemt.
Conclusie: De therapietrouw was laag wat er mogelijk toe heeft geleid dat de behandeldoelen niet volledig zijn behaald. In de praktijk lijkt het wijs voldoende aandacht te besteden aan zelfmanagement. Verder onderzoek is nodig naar ontspanningsoefeningen bij COPD.
Organisatie | Hogeschool Utrecht |
Opleiding | Fysiotherapie |
Afdeling | Bewegingsstudies |
Datum | 2018-07-16 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |