Samenvatting

Achtergrond: Hamstringblessures zijn de meest voorkomende blessures in de sporten Australian football, rugby, voetbal en sprinten (Gabbe, Bennel, Finch, Wajswelner & Orchard, 2006; Orchard & Seward, 2010; Brooks, Fuller, Kemp & Redding, 2006; Woods et al., 2004; Henderson, Barnes & Portas, 2009; Drezner , Ulager & Sennet, 2005). Hamstringblessures treden met name op tijdens een excentrische aanspanning tijdens sprinten (Brooks et al., 2006; Woods et al., 2004). Er zijn in de literatuur verscheidene beïnvloedbare en niet beïnvloedbare factoren genoemd die een vergroot risico zouden geven op het optreden van een hamstringblessure. Tot op heden is er geen duidelijk antwoord over de vraag hoe hamstringblessures in sport moeten worden voorkomen. Vraagstelling: Wat is het effect van het excentrisch trainen van de hamstrings ten aanzien van de preventie van hamstringblessures bij sporters?
Doel: Met behulp van systematisch literatuuronderzoek wordt onderzocht wat de invloed van excentrisch trainen is bij de preventie van hamstringblessures bij sporters. Ook word gekeken naar de invloed van excentrisch trainen op een aantal beïnvloedbare risicofactoren, zoals bilateraal krachtsverschil, optimale hamstringlengte bij maximale kracht en hamstring/quadriceps ratio. Met dit artikel wordt inzicht gegeven over het gebruik van excentrisch trainen ter preventie van hamstringblessures bij sporters
Methode: De databases PubMed en CINAHL zijn gebruikt voor het zoeken van artikelen voor het onderwerp. Voor het beoordelen van gerandomiseerde klinische onderzoeken is gebruik gemaakt van de PEDRO-schaal. De sterkte van het bewijs is beoordeeld via de best evidence synthese.
Resultaten: Met de zoekopdracht zijn er 75 artikelen gevonden waarvan er acht bruikbaar bleken. Twee onderzoeken toonden significante verschillen met betrekking tot het verminderen van hamstringblessures (Petersen et al., 2011; Askling et al.,2003), twee toonden geen significante verschillen na excentrisch trainen (Gabbe et al., 2006; Engebretsen et al., 2008) en een onderzoek toonde een negatief significant verschil (Shery & Best, 2004). Twee onderzoeken toonden significante verschillen met betrekking tot toename in hamstringlengte en maximale kracht na excentrisch trainen(Brughelli et al., 2010; Mjølsnes et al., 2004). Een onderzoek toont een significante vermindering in bilateraal krachtsverschil van de hamstrings na excentrisch trainen (Anastasi & Hamzeh, 2011).
Conclusie: Aan de hand van de best evidence synthese met de criteria van Van Tulder wordt geconcludeerd dat er matig bewijs is voor het excentrisch trainen van de hamstrings ter preventie van hamstringblessures bij sporters. Voor het versterken van de interventie is aanvullend onderzoek van hoge kwaliteit nodig.
Key Words: Athletic Injuries, Sports, Eccentric, Exercise, Hamstring, Prevention, Nordic Hamstring