De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Het effect van mobilisatie van de Cervico-Thorocale Overgang (CTO) op nek, schouder en/of hoofdpijnstoornissen

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Het effect van mobilisatie van de Cervico-Thorocale Overgang (CTO) op nek, schouder en/of hoofdpijnstoornissen

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

Aanleiding
Nek, schouder en hoofdpijnstoornissen veroorzaken klachten binnen het ADL (algemeen dagelijks leven). CTO-mobilisatie word steeds vaker gezien als behandeltype voor deze klachten.
Vraagstelling
Wat is het effect van mobilisatie van de Cervico-Thorocale Overgang (CTO) op nek, schouder en/of hoofdpijnstoornissen?
Methode
Aan de hand van een literatuurstudie in PubMed, Cochrane en Omega zijn RCT's en case studies gezocht met betrekking tot CTO mobilisaties in verband met nek/ schouder of hoofdpijnstoornissen, gekarakteriseerd door pijn en beperkingsklachten. De methodologische eigenschappen van de gevonden RCT's zijn beoordeeld met de PEDro scale. Door de grote hoeveelheid aan data zijn enkel de significante en opvallende resultaten uitgelicht.
Resultaten
Er zijn 12 studies over CTO mobilisatie met betrekking tot nek/ schouder of hoofdpijnstoornissen geïncludeerd. Er werden minder studies gevonden met betrekking tot hoofdpijnstoornissen dan met nek/ schouderstoornissen. In de meeste van deze studies werd de mobilisatie verkregen door het toepassen van manipulatie therapie. De resultaten van CTO mobilisatie geven over het algemeen een stoornis verminderend effect op zowel nek, schouder en hoofdpijn. Bij bijna alle studies werden significante effecten gevonden.
Conclusie:
Hoewel de trend wordt waargenomen dat CTO-mobilisatie een afname van nek, schouder en hoofdpijnstoornissen tot gevolg heeft, is er nog onvoldoende aangetoond dat CTO-mobilisatie in het algemeen bewezen effectief is. De methodologische kwaliteit van de RCT's bleek weliswaar in alle gevallen hoog; de resultaten zijn eenduidig en generaliseerbaar naar een brede patiëntengroep van boven de 18 jaar, maar toch is voorzichtigheid bij het trekken van bovengenoemde conclusie geboden. De gevonden significante resultaten in de afzonderlijke studies zijn namelijk moeilijk met elkaar in verband te brengen omdat de verbeteringen in de verschillende studies anders worden vastgesteld. Zowel de periodes waarin significante verbeteringen worden gezien, als de aard van deze verbeteringen zijn in de studies verschillend gedefinieerd

Toon meer
OrganisatieHogeschool Utrecht
OpleidingFysiotherapie
AfdelingBewegingsstudies
Jaar2012
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk