De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

HUF-gebouw, Rotterdam

Samenvatting

Het bouwhistorisch onderzoek van het HUF-gebouw geeft mij een geheel nieuwe kijk op de naoorlogse bouw in Rotterdam. Het heeft mij een stap dichterbij gebracht als het gaat om waardering voor de Nederlandse architectuur in de twintigste eeuw, en met name de wederopbouw architectuur. Het heeft mij ervan bewust gemaakt dat de architectuur na de oorlog al snel uit het dieptepunt, de oorlog, is geklommen.
Het is voor mij een hele ervaring geweest om dit bouwhistorisch rapport te schrijven voor een gebouw uit de wederopbouw. Het heeft mij meer inzicht gegeven in de aansluiting van vooroorlogse gebouwen en naoorlogse gebouwen. Denkbeelden van architecten van voor de oorlog, die verder uitgewerkt werden na de oorlog.
Het is vooral interessant omdat ik eerder al in aanraking ben gekomen met vooroorlogse architectuur, om te zien dat er veel verschillen zijn, maar ook een aantal overeenkomsten. En dat dit deel van de tijdbalk aan elkaar word gesloten. Kennis is van groot belang bij restaureren en de nu opgedane kennis zal in de toekomst zeer bruikbaar zijn voor mij. Gebouwen uit deze periode komen namelijk steeds meer in aanmerking voor restauratie en kennis hiervan is dan zeer bruikbaar.
De reden dat ik nu bij Wessel de Jonge architecten BNA zit is als volgt: Ik heb mijn HTS-stage gelopen bij bouwbedrijf Jurriens. Daar ben ik terecht gekomen op het project Zonnestraal in Hilversum. Ik was daar assistent-uitvoerder en Wessel de Jonge de architect en supervisor van het project. Sander Nelissen was architect en projectleider op dit project en met hem heb ik het meeste contact gehad. Nu ik een paar maanden later een bedrijf moest uitzoeken voor mijn afstudeer opdracht heb ik in eerste instantie gedacht aan een aannemer. Voor mijn afstudeerrichting restauratie bied een aannemer te weinig mogelijkheden, de competenties voor het vak restauraties, uit te breiden. Ik heb na deze keuze meteen contact opgenomen met Wessel de Jonge. Deze hebben mij een prachtige werkplek aangeboden, in een nog mooier complex. De Van Nelle fabriek.

Het bouwhistorisch onderzoek wat hier voor U ligt, gaat over het Huf-gebouw. Een gebouw dat na dit onderzoek mij persoonlijk aan het hart gaat en ik vind dat het de nodige aandacht verdient en snel gerestaureerd moet worden.
Dit onderzoek was niet van de grond gekomen zonder een aantal personen, waar ik nauw mee samen heb kunnen werken en ideeen heb kunnen uitwisselen. Dus mijn dank gaat uit naar : Wessel de Jonge en Sander Nelissen die hebben gezorgt voor een duidelijke lijn in mijn afstuderen. Dankzij hun visie op het vak restauratie, kon ik mijn kennis, op het gebied van restauratie en architectuur, uitbreiden. Friedericke Hensch, zij heeft de leiding voor het Huf-project, dus haar kennis was onmisbaar. Ivo Mattens, mijn begeleider vanuit de HVU. Een vakkundige begeleider die met veel plezier en inzet de begeleiding op zich heeft genomen en er zijn nog een aantal anderen die in dit lijstje ontbreken, maar allemaal hebben ze , ieder op zijn eigen manier, bijgedragen aan dit eindproduct.
Het Modellenonderzoek is een theoretisch onderzoek. Het doel van het onderzoek is inzicht te krijgen naar de mogelijkheden van elk model met betrekking tot het hergebruik voor het restauratieobject. Dit onderzoek kan men voor ieder relevant gedeelte van een restauratieobject toepassen. Het onderzoek in dit rapport heeft betrekking op de gevel van het Huf-gebouw. Waarom de gevel? De gevel heeft een belangrijke invloed op het werk/leefklimaat van een gebouw. Zeker als het gaat om de gevel van het Huf-gebouw. Het is een belangrijk onderdeel van het gebouw. Het is essentieel dat het wordt onderworpen aan een modellenonderzoek in de aanloop naar de restauratie.
Dit onderzoek zal zich richten op de gevel van de kantoorverdiepingen. De reden daarvoor is omdat de gevel op dit punt een belangrijke rol speelt voor het hergebruik van het Huf-gebouw. Het onderzoek geeft ruimte aan vijf verschillende oplossingen (modellen) die getoetst gaan worden op verschillende vlakken. Bij elke oplossing worden de positieve en negatieve aspecten uitgelicht, en tegen elkaar afgewogen. Deze positieve of negatieve aspecten van een model worden uitgezet in historische eisen en moderne eisen waaraan een model dient voldoen. Zodoende kan als uiteindelijke conclusie een advies worden gegeven om voor een bepaald model te kiezen.

Toon meer
OrganisatieHogeschool Utrecht
OpleidingBouwkunde
AfdelingGebouwde Omgeving
Jaar2004
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk