Keratoconus versus Pellucid marginal degeneration : hoe kun je keratoconus en pellucid marginal degeneration juist diagnosticeren?
Keratoconus versus Pellucid marginal degeneration : hoe kun je keratoconus en pellucid marginal degeneration juist diagnosticeren?
Samenvatting
Doel: Keratoconus is de meest voorkomende en bekendste cornea ectasie. Keratoconus
toont vele overeenkomsten met pellucid marginal degeneration, bekend als een zeldzame
cornea ectasie. Gelet op de overeenkomende kenmerken van de twee ziektebeelden ligt een
juiste diagnose niet meteen voor de hand. Het doel van deze studie is om te onderzoeken
hoe een juiste diagnose gesteld kan worden met behulp van de klinische parameters van de
twee ziektebeelden.
Materiaal: Er is gebruik gemaakt van een literatuurstudie. De gebruikte artikelen zijn
gevonden in Pubmed en Omega en zijn niet ouder dan 2004.
Resultaten: De verschillende klinische parameters zijn onderzocht en vergeleken. De
verschillende stadia van de ziektebeelden tonen zowel overeenkomsten als verschillen.
Keratoconus toont afwijkingen in de cornea terwijl deze bij pellucid marginal degeneration
afwezig zijn. De corneale verdunning en de protrusie bevinden zich bij keratoconus centraal
tot paracentraal inferior. Bij pellucid marginal degeneration bevinden deze zich paracentraal
tot perifeer inferior. De verschillende corneatopograafbeelden worden in twijfel getrokken en
kunnen hetzelfde patroon vertonen.
Conclusie: De diagnose keratoconus of pellucid marginal degeneration is niet vast te stellen
aan de hand van slechts het patroon van de corneatopograaf. Het is belangrijk om te kijken
naar de verschillende klinische parameters met behulp van meerdere onderzoeken zoals de
spleetlamp, corneatopograaf, Scheimpflug camera en pachymetrie. Op deze manier is een
juiste diagnose te stellen.
Organisatie | Hogeschool Utrecht |
Opleiding | Oogzorg |
Afdeling | Paramedische Studies |
Jaar | 2012 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |