Samenvatting

Vanuit de markt komt er een steeds grotere vraag naar het aanleveren van het materialenpaspoort bij projecten. Onder veel bouwbedrijven is er nog een grote onbekendheid over het materialenpaspoort, de meerwaarde van de tool en het maken daarvan. Van Wijnen Stolwijk liep bij het project Buitenplaats Zestienhoven tegen dit probleem aan. Het doel van het onderzoek is om te bepalen op welke manier het materialenpaspoort toegepast kan worden door bouwbedrijven en wat de meerwaarde van het maken en leveren van het materialenpaspoort is. Hiervoor is de volgende praktijkvraag opgesteld:

Op welke manier kan het materialenpaspoort geïntegreerd worden bij Van Wijnen Stolwijk, zodat het toegepast kan worden op het project Buitenplaats Zestienhoven en het gebruik van het materialenpaspoort een meerwaarde voor van Wijnen Stolwijk is?

Er is een kwalitatief onderzoek uitgevoerd om antwoord te kunnen geven op de praktijkvraag. Om tot de informatie te komen, voor het kwalitatief onderzoek, is er een literatuurstudie gedaan. De literatuurstudie is aangevuld met verzamelde informatie van interviews, bij verschillende partijen.

Het materialenpaspoort is een hulpmiddel bij het circulair bouwen. In het materialenpaspoort wordt per gebouw weergeven welke materialen en producten er zijn gebruikt, in welke hoeveelheden, welke bewerking is ondergaan, wat de kwaliteit is en op welke plek in het gebouw het zich bevindt. Doordat er inzicht wordt gecreëerd in de materialen die er gebruikt zijn, heeft het invloed op de keuzes voor het ontwerp. Gebouwen met een materialenpaspoort kennen een restwaarde en functioneren als een opslagplaats voor materialen.

Door de werkvoorbereiding dient er in het online platform Madaster een materialenpaspoort gemaakt te worden voor het betreffend project. Dit dient gedaan te worden aan de hand van IFC-bestanden verkregen van onderaannemers en leveranciers. Voor de stappen die er gezet dienen te worden, om een materialenpaspoort te genereren, is er een stappenplan gemaakt. Het materialenpaspoort in Madaster zal een commercieel voordeel voor bouwbedrijven opleveren. Ook levert het nieuwe inzichten in het materiaalgebruik op.

Aanbevolen wordt om aan de hand van het stappenplan het materialenpaspoort bij projecten toe te gaan passen. Hierbij wordt er aanbevolen om het project door de BIM coördinator te laten checken en door de werkvoorbereider in Madaster te laten zetten. Ook wordt er aanbevolen om het materialenpaspoort minimaal bij de uitvoeringsfase, met de modellen van de leveranciers en onderaannemers, te maken. Voor vervolgonderzoek wordt er aanbevolen om een pilot project volledig in Madaster te zetten. Hierdoor kan de tijd genomen worden om alle stappen goed uit te voeren en gekeken worden waar nog tegen aangelopen wordt.