Online grooming: wachten of ingrijpen?
Wij hanteren het label Open Access voor onderzoek met een Creative Commons licentie. Door een CC-licentie toe te kennen, geeft de auteur toestemming aan anderen om zijn of haar werk te verspreiden, te delen of te bewerken. Voor meer informatie over wat de verschillende CC-licenties inhouden, klik op het CC-icoon. Alle rechten voorbehouden wordt gebruikt voor publicaties waar enkel de auteurswet op van toepassing is.
Online grooming: wachten of ingrijpen?
Wij hanteren het label Open Access voor onderzoek met een Creative Commons licentie. Door een CC-licentie toe te kennen, geeft de auteur toestemming aan anderen om zijn of haar werk te verspreiden, te delen of te bewerken. Voor meer informatie over wat de verschillende CC-licenties inhouden, klik op het CC-icoon. Alle rechten voorbehouden wordt gebruikt voor publicaties waar enkel de auteurswet op van toepassing is.
Samenvatting
Door personen wordt het internet misbruikt om minderjarigen te benaderen en te verleiden met als doel om hen in de 'fysieke wereld' seksueel te misbruiken, grooming genoemd. Naar aanleiding van het Verdrag van Lanzarote is de strafbaarstelling van grooming op 1 januari 2010 toegevoegd aan het Wetboek van Strafrecht. Reden hiervoor is dat grooming zowel op nationaal als internationaal niveau verontrustende proporties heeft aangenomen door het toegenomen gebruik van ICT door zowel daders als minderjarigen.
Voor de zedenrechercheurs is het een probleem om te bepalen op welk moment binnen het opsporingsonderzoek zij het beste kunnen ingrijpen zodat de delictsomschrijving van grooming bewezen kan worden zonder dat daarbij het slachtoffer gevaar loopt. Enkel het voeren van seksueel getinte chatgesprekken met een minderjarige is niet strafbaar. Voor strafbaarheid is vereist dat de groomer een oogmerk heeft op het plegen van seksuele handelingen met een minderjarige onder de 16 jaar, een ontmoeting voorstelt en een handeling verricht op het verwezenlijken van de ontmoeting.
Voor de zedenafdeling van de Politie Limburg-Noord is onderzocht wanneer zij het beste kunnen ingrijpen, zodat zowel het opsporingsbelang als het slachtofferbelang worden gediend. Uit onderzoek is gebleken dat de uitvoeringshandeling niet zo moeilijk te bewijzen is als zij veronderstellen. Uit een uitspraak van de Rechtbank Den Bosch blijkt dat er voldaan is aan het bestanddeel ' enige handeling gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting' als de verdachte een concrete afspraak heeft gemaakt wat betreft plaats en tijd. Dit biedt mogelijkheden voor politie en justitie om in een vroeg stadium in te grijpen.
Organisatie | Avans Hogeschool |
Partner | Politie Limburg-Noord |
Datum | 2013-01 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |