Permanente bewoning van recreatiewoningen
Permanente bewoning van recreatiewoningen
Samenvatting
Permanente bewoning van een recreatiewoning is in strijd met het bestemmingsplan van het gebied waarin de recreatiewoning gelegen is. Omdat gemeenten dit vaak gedoogden, kwam permanente bewoning veel voor. De minister van VROM heeft bij brief van 11 november 2003 aangekondigd dat gemeenten hiertegen handhavend moeten gaan optreden. De onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen moet vanaf die datum worden aangepakt. Voor bestaande gevallen van onrechtmatige bewoning (van-voor-31-oktober-2003) heeft de minister verschillende opties aangereikt.
- Legaliseren van de onrechtmatige bewoning
- Afgeven van een persoonsgebonden beschikking (pgb)
- Handhaven van het bestemmingsplan
Desondanks weten veel bewoners, die hun recreatiewoning al vóór 31 oktober 2003 bewonen, nog steeds niet of zij de permanente bewoning van hun recreatiewoning mogen voortzetten of niet. Vervolgens is op 1 juni 2007 een nieuwe wettelijke vrijstellingsmogelijkheid in werking getreden. De persoonsgebonden vrijstelling o.g.v. art. 19 lid 3 Wro jo. art. 20 Bro 1985, voorziet erin meer duidelijkheid en ruimere keuzes te bieden in de aanpak van de onrechtmatige bewoning. Met deze regeling wordt ook een wettelijke basis gecreerd voor een 'opvraagbare beschikking', daar de afwijzing van een pgb geen rechtsbescherming kende. Tot slot heeft de minister een laatste handreiking gedaan met de invoering van de persoonsgebonden ontheffing. Deze zal pas na 1 januari 2010 opvraagbaar zijn. Deze regeling voorziet erin dat burgers een ontheffing krijgen van het verbod op bewoning van de recreatiewoningen, wanneer het gemeentebestuur uiterlijk 1 januari 2010 nog geen duidelijkheid heeft geboden.
Organisatie | Avans Hogeschool |
Partner | Advocatenkantoor Oudergracht |
Datum | 2008-06 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |