De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Samenvatting

Partijen huwelijk huwelijkse voorwaarden opstellen waarin een periodiek verrekenbeding is opgenomen,. Dit verrekenbeding behelst de verplichting om jaarlijks het overgespaard inkomen met elkaar te verrekenen. Echter, de praktijk laat zien dat partijen dit regelmatig nalaten. Op grond van art. 1:141 lid 1 BW blijft de verplichting tot verrekenen in stand. Dit resulteert in afwikkelingsproblemen bij echtscheidingen.

De waarde van de onderneming en de opgepotte ondernemingswinsten kunnen in de verrekening worden betrokken. Allereerst is het mogelijk om een geldlening aan te gaan om daarmee de BV op te zetten. Vervolgens is deze geldlening afgelost met het overgespaard inkomen. In dit geval kan de waarde van de onderneming op grond van art. 1:141 lid 1 BW jo. 1:136 lid 1 BW worden verrekend. Verder is het mogelijk dat in de onderneming winsten zijn opgepot die wel verrekend hadden moeten worden. Deze ondernemingswinsten kunnen conform art. 1:141 lid 4 BW worden verrekend. Het is ook mogelijk om op basis van beide gronden te verrekenen. Om de waarde van de BV in verrekening te brengen, is het van belang dat het deel waarmee is belegd kan worden aangemerkt als het overgespaard inkomen. Voor de verrekening van opgepotte winst is het een vereiste dat de ondernemingswinsten onder het inkomstenbegrip vallen.

Uit het onderzoek blijkt dat de kern van het probleem bij een niet-uitgevoerd verrekenbeding ligt bij het aangaan van de huwelijkse voorwaarden. De praktijk laat zien dat de problematiek vooral is gelegen in de formulering van het inkomstenbegrip.

Toon meer
OrganisatieAvans Hogeschool
OpleidingHBO-Rechten
PartnerVDB Advocaten en Notarissen
Datum2017-06-01
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk