To serve and to protect?
Het onvoltooide debat over het Afghaanse politiebestelTo serve and to protect?
Het onvoltooide debat over het Afghaanse politiebestelSamenvatting
De politie is wellicht de meest manifeste uitdrukking van de rechtsstaat. De ontmoetingen met de burgers en het antwoord op hun behoeften dragen bij aan de bescherming van de veiligheid en het eigendom van mensen. Tegelijkertijd draagt de wijze waarop deze ontmoetingen vorm krijgen bij aan het vertrouwen van het publiek in de politie, de staat en het recht. Het lijdt geen twijfel dat het handelen van de politie moet worden gezien in samenhang met de andere delen van het rechtssysteem. De beginselen van een effectieve criminaliteitsbeheersing en eerlijk proces zijn - hoewel soms als onverenigbaar gezien - van toepassing op
het politieoptreden. Betekent dat dan ook dat er altijd en overal dezelfde eisen kunnen en mogen worden gesteld aan de politie? Vragen verschillende omstandigheden of situaties niet om een andere politie of ander politieoptreden? Is, in andere woorden, de context waarin de politie moet optreden niet erg bepalend voor de wijze waarop dit gebeurt? Deze vragen, maar ook andere, brengen ons tot wat wellicht de kern van politiehervorming in het buitenland
mag worden genoemd. Deze bijdrage wil een antwoord geven op de vraag welke inspanningen de internationale gemeenschap verricht bij de realisatie van een toereikend niveau van veiligheid en de politiehervorming in Afghanistan. Daarbij zal tevens worden gekeken naar de mate waarin activiteiten van die internationale organisaties consistent zijn en leiden tot het beoogde resultaat. Na eerst aandacht te besteden aan politie en daaraan gerelateerde begrippen, wordt de ontwikkeling van politiemissies kort geschetst. Vervolgens wordt de wijze waarop orde, rust en wetshandhaving in het Afghanistan van vóór 2001beschreven. Daarna volgt een beschrijving van de activiteiten die sinds 2002 binnen de politiehervorming worden uitgevoerd. Deze activiteiten en de internationale actoren die daarbij een rol spelen zullen daarbij in de tijd worden gezet. Vervolgens wordt ingegaan op de visie op de Afghaanse politie en de
organisatie die de Afghaanse overheid daarvoor nodig acht. Daarna worden de plannen voor de politieopbouw en -hervorming als ook de activiteiten van de Nederlandse krijgsmacht en die binnen het Regionaal Commando -Zuid van ISAF en de zuidelijke regio van ARSIC specifiek belicht. Aan het einde van deze bijdrage wordt de balans van zes jaren politiehervorming opgemaakt. Kijkend naar zaken als de ontwikkeling van de veiligheidssituatie, het hebben van een
gedeelde visie op de toekomstige Afghaanse politie, de samenhang met activiteiten binnen de rule of law, de financiële basis voor de politie, de opleiding en training en de Nederlandse bijdrage, wordt geconcludeerd dat de hervorming nog geenszins een succes kan worden genoemd, dat op tal van punten verbetering noodzakelijk is en bovenal meer tijd nodig is om de gestelde doelen te bereiken. Meer aandacht voor de lokale context en de overdracht van de waarden die aan de (uiteindelijk) gewenste rol en positie van de politie ten grondslag liggen, zouden dan tot de speerpunten moeten behoren. De rol van Nederland blijkt marginaal
te zijn. Er is veel aandacht voor de ‘harde kant’ van de hervorming. Aandacht voor organisatiestructuur, opleiding en training en het beschikbaar stellen van geschikte infrastructuur en middelen voeren de boventoon. Daarbij wordt veelal een sterke beïnvloeding van andere internationale partners binnen de regio waargenomen. Ook Nederland lijkt geen duidelijke visie te hebben op de rol en positie van de toekomstige Afghaanse politie.
Jaar | 2009 |
Type | Rapport |
Taal | Nederlands |