Onderwijs, Onderwijzer, onderwijst!
praktijkonderzoek naar autonomiebevorderingOnderwijs, Onderwijzer, onderwijst!
praktijkonderzoek naar autonomiebevorderingSamenvatting
Voor u ligt het praktijkgerichte onderzoek naar autonomiebevordering op CBS “de Wildemaet”. De aanleiding voor dit onderzoek is dat de leerkrachten handelingsverlegen zijn op het gebied van autonomiebevordering. De leerkrachten dragen op dit moment de verantwoordelijkheid over de leerproces van de leerlingen. Zij nemen de beslissingen en bieden weinig keuzevrijheid aan de leerlingen. De directie en het team van de school willen de leerlingen in de toekomst meer autonoom laten handelen.
Zij ontvangen graag aanbevelingen over de manier waarop zij deze autonomie het beste kunnen bieden. Deze wens leeft omdat de leerkrachten ervan overtuigt zijn dat, wanneer de leerlingen meer autonoom handelen, het competentieniveau van de leerlingen groeit. Hierdoor durven de leerlingen meer uitdagingen aan te gaan en raken zij intrinsiek gemotiveerd. Dit onderzoek leidt tot een reeks aanbevelingen welke de leerkrachten kunnen gebruiken om de leerlingen meer autonoom te laten handelen.
De theoretische basis wordt gelegd door te beschrijven dat het bevorderen van autonomie juist in de bovenbouw van groot belang is, omdat het de leerlingen voorbereid op het voortgezet onderwijs (Bullock, & Moschamp, 2006). Autonomie heeft direct verbinding met de motivatie van de leerlingen. De intrinsieke motivatie leidt een leerling op de momenten dat hij autonoom mag handelen (Vansteenkiste, Simons, Lens, Sheldon, & Deci, 2004). Door als leerkracht duidelijke kaders te scheppen waarbinnen een leerling autonoom mag handelen, voelt een leerling zich meer bekwaam om te leren. Hierdoor komt de leerling tot diepgaand leren waardoor de leerstof beter beklijft (Grolnick, Kurowski, & Gurland, 1999).
Het praktijkonderzoek heeft in beeld gebracht welke visie de leerkrachten, leerlingen en ouders van “de Wildemaet” hebben op autonomie(bevordering). Dit is gedaan door het uitgeven van een vragenlijst aan alle betrokken partijen en het afnemen van interviews. Daarnaast is onderzocht welke mogelijkheden de betrokken partijen zien om de leerlingen van de bovenbouw in de toekomst meer autonoom te laten handelen.
Uiteindelijk heeft het onderzoek drie aanbevelingen en vier mogelijkheden tot vervolgonderzoek opgeleverd. De aanbevelingen en het vervolgonderzoek worden door het team van de school uitgevoerd in het schooljaar 2013-2014. De directeur neemt hiervoor de verantwoordelijkheid.
Organisatie | Hogeschool Windesheim |
Opleiding | Master Special Educational Needs |
Afdeling | Domein Bewegen en Educatie |
Partner | CBS 'de Wildemaet', Elburg |
Datum | 2013-06-07 |
Type | Master |
Taal | Nederlands |