Samenvatting

Door de invoering van het Wettelijk Beoordelingsinstrumentarium 2017 (WBI 2017) is de secundaire dijk aan de oostzijde van het Doekegatkanaal in de Eemshaven rekenkundig afgekeurd. Hoewel deze dijk nog voldoet op basis van het beheerdersoordeel, is Groningen Seaports contractueel verplicht om de achterliggende Oostlob – waar zich grootschalige energievoorzieningen bevinden – te beschermen volgens de normen voor primaire waterkeringen. Dit betekent dat de dijk uiterlijk in 2035 aan de nieuwe eisen moet voldoen. Tegelijkertijd kampt de Eemshaven met ruimtegebrek, terwijl de vraag naar kadefaciliteiten toeneemt door de groei van de offshore windsector. Hierdoor ontstaat de kans om waterveiligheid en economische ontwikkeling te combineren in één oplossing.

Dit onderzoek heeft als doel te bepalen welke constructie voor de dijk Doekegat Oostzijde – traditioneel dijkherstel of een gecombineerde afmeervoorziening met waterkerende functie – het best inpasbaar en economisch het meest verantwoord is voor een levensduur van 100 jaar, zodat voldaan wordt aan de nieuwe veiligheidseisen en verdere ruimtelijke ontwikkeling van de Eemshaven mogelijk wordt gemaakt.

Bijlages van het onderzoek zijn op te vragen bij de auteurs of Groningen Seaports.