Een verstandelijke beperking en een seksueel delict begaan : hoe pak je dat aan? PMT-strategieën en attitude in een behandelprogramma voor zedendelinquenten met een verstandelijke beperking in de context van het zwembad.
Een verstandelijke beperking en een seksueel delict begaan : hoe pak je dat aan? PMT-strategieën en attitude in een behandelprogramma voor zedendelinquenten met een verstandelijke beperking in de context van het zwembad.
Samenvatting
In deze scriptie wordt aandacht gegeven aan de behandeling van cliënten met een licht verstandelijke beperking die een seksueel delict hebben gepleegd. Groep 3 van de Ambulante Forensische Psychiatrie in Assen is een groep waarin cliënten uit deze doelgroep een behandeling volgen. Deze cliënten in de leeftijd van 18 tot 65 jaar hebben een IQ tussen de 50 en 80.
De cliënten hebben vaak uit zichzelf geen hulpvraag wanneer ze hier in behandeling komen. Tijdens de behandeling komen meer persoonlijke hulpvragen en behandeldoelen naar voren. Het is aan de psychomotorisch therapeut de taak om de juiste strategieën en attitudes in te zetten om de behandeling vorm te geven. Hieruit volgt dan ook de vraagstelling:
Welke PMT-strategieën en welke attitude kan de psychomotorisch therapeut inzetten in de behandeling van zedendelinquenten met een verstandelijke beperking in het zwembad van de AFP Assen vanuit de levenslooptheorie van Erikson?
In de behandeling wordt gewerkt vanuit de levenslooptheorie van Erikson. Deze theorie onderscheidt de levensloop in acht verschillende fasen. In elke fase ontwikkelt men zich met als gevolg dat een volgende fase wordt ingegaan. Mensen met een licht verstandelijke beperking doorlopen slechts één of enkele van deze fasen. In de behandeling door de psychomotorisch therapeut wordt aangesloten op deze ontwikkelingsfasen. Hiervoor gebruikt de psychomotorisch therapeut behandelstrategieën en daar sluit zijn attitude op aan.
De behandelstrategieën die ingezet kunnen worden bij deze doelgroep zijn oefenen en ervaren. In de strategie oefenen wordt de cliënt geconfronteerd met lichaamservarings- en bewegingssituaties. Het doel hiervan is dat de cliënt contact krijgt en in contact blijft met zijn eigen lichaam en met de omgeving. Zo leert de cliënt omgaan met zijn eigen problematiek.
In de strategie ervaren leert de cliënt experimenteren met gedragsalternatieven en de effecten daarvan op zijn gedrag in relatie tot zijn omgeving. De cliënt leert zelf deels te structureren in de therapiesituaties, om het vervolgens ook in zijn leven buiten de therapiesituaties te leren ontwikkelen en toepassen.
De activiteiten in het zwembad die de psychomotorisch therapeut gebruikt in de behandeling komen vanuit de interventies die de therapeut doet. Deze interventies zijn met name gericht op het leren herkennen van het eigen lichaam en de eigen gevoelens om die vervolgens te kunnen uiten en er woorden aan te geven.
Bij de ontwikkelingsfasen horen dus bepaalde behandelstrategieën. Ook de attitude van de therapeut draagt bij aan een goede behandeling. In deze behandeling wordt de attitude opgebouwd vanuit een structurerende en directieve houding in de eerste fase, tot een meer steunende en vervolgens ook confronterende houding in de daaropvolgende fasen. 4
Organisatie | Hogeschool Windesheim |
Afdeling | Human Movement & Sports |
Partner | Ambulante Forensische Psychiatrie, Assen |
Jaar | 2008 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |