Samenvatting

Inleiding
Problematisch alcoholgebruik in Zuid-Limburg leidt tot een toenemend aantal cliënten met alcoholgerelateerde neurocognitieve stoornissen. Deze aandoeningen veroorzaken cognitieve beperkingen, zoals geheugenverlies en verminderd ziekte-inzicht, waardoor zelfstandig functioneren en eigen regie worden bemoeilijkt. Zorgverleners in de thuiszorg ervaren uitdagingen bij het ondersteunen van eigen regie, mede doordat cliënten moeite hebben met het begrijpen en opvolgen van zorgadviezen. Dit onderzoek brengt de ervaren knelpunten in kaart en onderzoekt wat nodig is om de ondersteuning van eigen regie binnen de thuiszorg te verbeteren.

Methoden
Dit onderzoek omvat een systematische literatuurstudie en een mixed-methods benadering. Het literatuuronderzoek richtte zich op theoretische modellen en methodieken zoals:
de presentietheorie,
de empathisch directieve benadering,
motiverende gespreksvoering,
foutloos leren.
Daarnaast zijn een enquête onder thuiszorgmedewerkers en een focusgroep met zorgverleners van een gespecialiseerde Korsakov-afdeling uitgevoerd. De focus lag op ervaren knelpunten, bestaande werkwijzen en de behoefte aan scholing en richtlijnen.

Resultaten
Zorgverleners geven aan dat een gebrek aan scholing, onduidelijke protocollen en beperkte samenwerking het ondersteunen van eigen regie bemoeilijken. Cliënten ervaren door cognitieve beperkingen moeilijkheden met structuur en besluitvorming, waardoor maatwerk nodig is in de begeleiding.

Conclusie en aanbevelingen
Om eigen regie effectief te ondersteunen, is een combinatie van scholing en multidisciplinaire samenwerking noodzakelijk. Dit onderzoek adviseert de implementatie van scholingstrajecten, zoals:
teaching on the job,
e-learningmodules,
om methodieken zoals motiverende gespreksvoering en de empathisch directieve benadering beter toe te passen. Daarnaast wordt aanbevolen om:
beslisbomen en casuïstiekbesprekingen te ontwikkelen,
een multidisciplinaire werkgroep op te richten voor het evalueren van richtlijnen.

Advies en inbedding
Voor een succesvolle implementatie is structurele samenwerking tussen disciplines nodig. Scholingstrajecten dienen te worden geïntegreerd in bestaande leerprogramma’s, en een monitoringsysteem moet de impact van de interventies evalueren. Door deze maatregelen kan de ondersteuning van eigen regie worden verbeterd en de zorg voor deze doelgroep effectiever worden ingericht.