Naar aandachtsregulatie met beeldende materialen en werkvormen
Een inventariserend onderzoek naar de functie(s) van beeldende materialen en werkvormen in de aandachtsregulatie fase van Affectregulerende Vaktherapie bij vroegkinderlijk, chronisch getraumatiseerde kinderen van 4 t/m 12 jaar.Naar aandachtsregulatie met beeldende materialen en werkvormen
Een inventariserend onderzoek naar de functie(s) van beeldende materialen en werkvormen in de aandachtsregulatie fase van Affectregulerende Vaktherapie bij vroegkinderlijk, chronisch getraumatiseerde kinderen van 4 t/m 12 jaar.Summary
Dit onderzoek levert een bijdrage aan de verdere opbouw en onderbouwing van de methode Affectregulerende Vaktherapie (ArVT), die het FVB Kennisnetwerk ArVT wil laten opnemen in de databank van het NJI ten behoeve van de verdere professionalisering van vaktherapie. In het onderzoek wordt inzicht gegeven in de functie(s) van beeldende materialen en werk-vormen in de aandachtsregulatie fase van de methode ArVT bij vroegkinderlijk, chronisch getraumatiseerde kinderen van 4 t/m 12 jaar. Het betreft een kwalitatief, inventariserend onderzoek met een literatuurstudie en interviews met vier beeldend therapeuten die kennis hebben van de methode ArVT. De gegevens zijn door middel van een kwalitatieve data-analyse verwerkt en geconcludeerd kan worden dat beeldende materialen en werkvormen in deze fase en bij deze doelgroep ervoor zorgen dat interventies gedaan kunnen worden en dat aan behandeldoelen gewerkt kan worden. Daardoor wordt bereikt wat de methode ArVT in de aandachtsregulatie fase beoogt, namelijk dat het kind de aandacht op zichzelf kan richten, vasthouden en verdelen. Dit is dan ook geïndiceerd voor kinderen die zich niet of nauwelijks bewust zijn van hun innerlijke gewaarwordingen, eigen affecten en gedachten en die moeite hebben met het richten van de aandacht op hun innerlijk. Het onderzoek wijst verder uit dat in deze fase met alle materialen en werkvormen gewerkt kan worden en dat bepaalde materialen goed in staat blijken om het proces naar aandachtsregulatie effectief te laten verlopen. Uiteindelijk mogen gevoelens er meer zijn en is er sprake van een toegenomen bewustzijn bij het kind. Ook wijst het onderzoek uit dat door de problematiek van vroegkinderlijk, chronisch trauma de interventies, materialen en werkvormen bij deze doel-groep bewuster en zorgvuldiger worden ingezet en dat de aandachtsregulatie fase bij deze doelgroep langer duurt dan bij doelgroepen met andere problematiek.
Organisation | Hogeschool Utrecht |
Education | Creatieve Therapie |
Department | Instituut Social Work |
Partner | Hogeschool Utrecht |
Date | 2017-07-11 |
Type | Bachelor |
Language | Dutch |