Samenvatting

Voor dit onderzoek is een praktijkproef opgezet bij AltaNova in Luttelgeest. AltaNova is een familiebedrijf dat zich richt op de teelt van exclusieve kamer- en terrasplanten. Op de vestiging in Luttelgeest worden sundaville’s, passiflora’s en kamerbremmen gekweekt. In de teelt van de kamerbrem kunnen in de bewortelingsfase problemen ontstaan als er geen gewasbeschermingsmiddelen worden toegepast. Het probleem is dat de stekken in de bewortelingsfase gevoelig zijn voor de schimmels botrytis, fusarium, phytophthora en rhizoctonia. De huidige curatieve bestrijding die het bedrijf hanteert is een bespuiting met de chemische fungiciden Proplant, Topsin M, Rizolex en Signum. Door de behandeling met deze fungiciden kan het bedrijf het uitvalpercentage van 50% naar 10% brengen. Maar door de toenemende maatschappelijke druk op het gebruik van chemische middelen heeft AltaNova in een 6 weken durende praktijkproef de mogelijkheden onderzocht van biologische middelen. De hoofdvraag bij dit onderzoek luidde als volgt: ‘Zijn er mogelijkheden voor biologische schimmelbestrijding in de teelt van de kamerbrem tijdens de bewortelingsfase?’. Er zijn veel verschillende biologische middelen op de markt waarvan een aantal veelbelovende middelen zijn toegepast in de proef. De volgende middelen/behandelingen zijn onderzocht: - Onbehandeld - Serenade - Serenade + Herfomyc-horti - Stimuter + Herfomyc-horti - Fortafol + Vidi Parva + Trianum-P - Controle (Rizolex + Signum) - Root & Shoot - Root & Shoot + Dia-life - SalicylPuur + SilicaPower + Cuprum Omwille van de betrouwbaarheid is er gekozen voor een proef in 4 herhalingen. Van de bovengenoemde behandelingen zijn er een aantal toch één keer chemisch behandeld in verband met besmette stekken bij levering. Dit is gedaan omdat een aantal middelen een biostimulant betreft. Biostimulanten zijn middelen die de planteigen afweer versterken en niet de schimmels zelf bestrijden. Zonder eenmalig chemisch ingrijpen zou het effect van biostimulanten op de planteigen afweer minder goed te zien zijn, door de hogere uitvallen. De behandeling met SalicylPuur, SilicaPower, Cuprum en de behandeling met Fortafol, Vidi Parva en Trianum-P laten goede resultaten zien. Deze middelen kwamen qua uitval dicht in de buurt van de huidige chemische bestrijdingsmethode. Het voordeel van deze biologische middelen is dat de gelijkmatigheid van het gewas beter is dan bij de chemische bestrijding. Het voordeel van de huidige chemische bestrijdingsmethode is het lage uitvalspercentage en de lage kosten op een totale jaarproductie van 200.000 stekken vergeleken met de biologische middelen.