Kruidenrijke akkerranden in Noordoost-Twente
verkennend onderzoek naar manieren om de kwaliteit van kruidenrijke akkerranden in Noordoost-Twente te optimaliserenKruidenrijke akkerranden in Noordoost-Twente
verkennend onderzoek naar manieren om de kwaliteit van kruidenrijke akkerranden in Noordoost-Twente te optimaliserenSamenvatting
Er heeft in de laatste eeuwen een sterke achteruitgang van de biodiversiteit plaatsgevonden. Desalniettemin kan door ingrijpende veranderingen de biodiversiteit hersteld worden. Met de aanleg van kruidenrijke akkerranden wordt een stap in de goede richting gedaan. Echter staan verschillende akkerrandinitiatieven nog voor uitdagingen zoals droogte, onkruiddruk en vernatting. Dit brengt wisselende resultaten met zich mee. Daarom wordt met dit verkennend onderzoek manieren geïdentificeerd om de kwaliteit van akkerranden in Noordoost-Twente te optimaliseren. De onderzoeksvraag hierbij is: Welke keuzes in zaadmengsel, moment van inzaaien en manier van grondbewerking dragen bij aan gekozen doelstellingen voor kruidenrijke akkerranden in Noordoost-Twente? Concreet levert dit onderzoek een overzicht dat te gebruiken is voor grondeigenaren om de kwaliteit van de akkerranden in Noordoost Twente te verbeteren. Een akkerrand wordt als ‘kwalitatief goed’ beoordeeld als de gestelde doelen gehaald kunnen worden. Het onderzoek is toegespitst op Coöperatie Gebiedscollectief Noordoost-Twente U.A. (het Gebiedscollectief ) en Stichting Broez, omdat deze twee partijen ongeveer 80% van de kruidenrijke akkerranden in Noordoost-Twente beslaan. Middels een combinatie van kwalitatief- en kwantitatief onderzoek zijn de ervaringen van de twee partijen inclusief die van de deelnemers onderzocht. Deze antwoorden zijn vervolgens getoetst aan (vak)literatuur en andere onderzoeken. Uit de antwoorden bleek dat een zadenmengsel keuzepakket, najaarsinzaai, vals zaaibed en het rouleren van akkerranden mogelijke oplossingen zijn voor het probleem van wisselende resultaten door droogte, onkruiddruk en vorst. Met het toepassen van de mogelijke oplossingen wordt bijgedragen aan het overkoepelende doel: stimuleren van de biodiversiteit. Door het verschil in subdoelstelling bereiken het Gebiedscollectief en Broez samen hun overkoepelende doel. Doordat het Gebiedscollectief een grotere omvang heeft dan Broez in aantallen hectares kruidenrijke akkerranden, kan het aanzienlijk meer bijdragen aan de instandhouding van doelsoorten en zo mogelijk een uitbreiding van aantallen. Broez daarentegen beslaat minder hectares en richt zich daarom meer op de actieve communicatie ter bewustwording van biodiversiteit. Op basis hiervan wordt aanbevolen aan het Gebiedscollectief en Broez om te experimenteren en hun deelnemers te informeren over een zadenmengsel keuzepakket, najaarsinzaai, vals zaaibed en het rouleren van akkerranden. Eventueel vervolgonderzoek zou zich kunnen richten op de verdieping van zadenmengsels, moment van inzaaien en manier van grondbewerking. Hierbij wordt aanbevolen om ook de financiële afweging mee te nemen.
Organisatie | Aeres Hogeschool |
Afdeling | Bedrijfskunde en Agribusiness |
Partner | Aeres Hogeschool Dronten |
Cooperatie Gebiedscollectief Noordoost-Twente U.A. | |
Datum | 2021-03-01 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |