Samenvatting

Achtergrond Fysieke inactiviteit, overgewicht en lage vitaliteit kunnen bij rolstoelgebruikers met een dwarslaesie een groot probleem vormen. Overgewicht kan bij chronische dwarslaesie patiënten ontstaan door een verlaagde energiebehoefte door het verlies van vetvrije massa en verminderde fysieke activiteit, maar de energie-inname wordt niet altijd aangepast, waardoor een positieve energiebalans kan ontstaan. Doel Het doel van het onderzoek was om aan te tonen wat de energie- en eiwitbehoefte van rolstoelgebruikers met een dwarslaesie langer dan zes maanden is. Waardoor de energie- en eiwitbehoefte beter zou kunnen worden geschat en hierdoor overgewicht en obesitas bij rolstoelgebruikers met een dwarslaesie kan worden voorkomen. Methoden De data voor deze review is verzameld via de PubMed databank. De studies die zijn toegelaten tot deze review zijn gescreend met de inclusie- en exclusiecriteria. De studies waren geïncludeerd als de deelnemers rolstoelgebruikers waren, een dwarslaesie langer dan zes maanden hadden, 18-65 jaar waren, de studie over de energie- of eiwitbehoefte ging, de studie tussen 1993 en 2018 gepubliceerd was en Engelstalig waren gepubliceerd. De review is door één onderzoeker uitgevoerd. Resultaten Een totaal van vier studies zijn geïncludeerd in deze review. Deze systematische review laat zien dat bijna niets bekend is over de energie- en eiwitbehoefte van rolstoelgebruikers met een dwarslaesie langer dan zes maanden. Om toch een schatting te geven van de energie- en eiwitbehoefte is in het onderzoek uitgegaan van het energieverbruik, de energie-inname en de eiwitinname van rolstoelgebruikers met een dwarslaesie langer dan zes maanden. Het gemiddelde energieverbruik in rust varieerde van 1274-1756 kcal per dag en de gemiddelde energie-inname varieerde van 1742 tot 1831 kcal per dag. Verder was de gemiddelde eiwitinname 76,5 gram eiwit per dag. Conclusie In de toekomst moet meer onderzoek worden gedaan naar de energie- en eiwitbehoefte van chronische dwarslaesie patiënten door middel van een indirecte calorimetrie meting en een stikstofbalans meting, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen het geslacht en de hoogte van de dwarslaesie.