Samenvatting

Inleiding
De kinderopvang heeft invloed op het ontwikkelen van een gezond eetpatroon bij kinderen. Het landelijke programma Gezonde Kinderopvang biedt handvatten om als kinderopvangorganisatie structureel te werken aan een gezonde leefstijl van kinderen en deskundigheid van medewerkers. Dit onderzoek gaat over het in beeld brengen van het voedingsaanbod op kinderopvanglocaties en of dit aanbod gezonder is geworden na het volgen van deze interventie.

Methoden
Kinderopvanglocaties konden zich aanmelden voor deelname aan het onderzoek, de kinderopvanglocaties zijn daarna gerandomiseerd over een interventiegroep en een controlegroep. De interventiegroep ging de interventie volgen, de controlegroep deed dat niet. Beide groepen kregen een voor- en nameting, dit is gedaan aan de hand van observaties. Tijdens de observaties wordt er gekeken naar het tussendoormoment, broodmaaltijd, warme maaltijd en dranken, de voedingsmiddelen worden onderverdeeld in “binnen de Schijf van Vijf” en “buiten de Schijf van Vijf”. De verkregen data uit de observaties is gedigitaliseerd en geanalyseerd.

Resultaten
Er is naar voren gekomen dat de interventiegroep na het volgen van de interventie minder groente is gaan aanbieden tijdens de tussendoormomenten. Bij de voormeting boden 5 van de 7 locaties groente aan tijdens het tussendoormoment, bij de nameting waren dit 2 van de 7 locaties. De controlegroep bood bij de nameting juist iets meer groente aan vergeleken met de voormeting (1 locatie meer dan bij de voormeting). Bij de broodmaaltijd is tijdens de nameting bij allebei de groepen het aanbod broodbeleg 3% gezonder geworden in vergelijking met de voormeting. Tijdens de warme maaltijd bood er bij de voormeting 1 locatie geen groente aan. Bij de nametingen boden alle locaties groente aan bij de warme maaltijd.

Conclusie
Het lijkt erop dat de interventiegroep geen gezonder aanbod heeft na het implementeren van Gezonde Kinderopvang in vergelijking met de controlegroep. Echter kunnen er gezien de beperkte omvang van de onderzoeksgroep (N=15) geen harde conclusies getrokken worden en is vervolgonderzoek met een grotere onderzoeksgroep nodig.