Agreement of measurement of body composition with seven alternative electrode positions on the hand compared to the standard protocol with single-frequency 50 kHz bioelectrical impedance in healthy young adults
Agreement of measurement of body composition with seven alternative electrode positions on the hand compared to the standard protocol with single-frequency 50 kHz bioelectrical impedance in healthy young adults
Samenvatting
Rationale Bij bio-elektrische impedantieanalyse (BIA)-metingen wordt doorgaans een paar elektroden dorsaal op de rechterhand geplaatst (positie A) en een paar op de voet. Bij patiënten met kwetsbare huid, littekens of wonden is deze dorsale handplaatsing niet altijd mogelijk. Deze studie vergelijkt de overeenstemming van BIA-metingen bij zeven alternatieve plaatsingen met positie A. Methode BIA-metingen werden uitgevoerd met de Bodystat-500 met behulp van acht combinaties van handelektroden: op de dorsale zijde van de hand (positie A) of dorsale zijde hand-onderarm (positie B en C); op de palmaire zijde van de hand (positie D) of palmaire zijde hand-onderarm (positie E en F) of gemengd palmair-dorsale zijde van de hand (positie G en H). ICC's werden gebruikt om alle uitkomsten te vergelijken met positie A. Veranderingen in vetmassa ∆FM, vetvrije massa ∆FFM en appendiculaire skeletspiermassa ∆ASMM werden berekend met behulp van de formule van Kyle. Resultaten Zeventig gezonde Kaukasische deelnemers werden gemeten: mediane leeftijd 22 jaar, IQR 21-23; gemiddelde BMI 22,8 ± 2,5 kg/m². Elektrodeposities D, G en H toonden een ICC van 0,99-1,00 voor ∆FM, ∆FFM en ∆ASMM, met minimale veranderingen in ∆FFM en ∆FM: 0,1–0,4 kg ± 0,3 kg en ∆ASMM: 0,0–0,2 kg ± 0,2 kg. Metingen op positie B, C, E en F toonden significante en klinisch relevante verschillen met ∆FM en ∆FFM: 3,8–4,0 kg ± 1,1 kg en ∆ASMM: 2,0–2,1 kg ± 0,6 kg, met ICC's van 0,96-0,97. Conclusie Als alternatief voor de typische elektrodeplaatsing op de dorsale zijde van de hand toont deze studie aan dat drie alternatieve plaatsingen uitstekende overeenstemming geven met slechts minimale veranderingen in FFM, FM en ASMM. In de praktijk dient het plaatsen van elektroden op meer proximale posities op de onderarm te worden vermeden. Alternatief bevelen we een gemengde of palmaire elektrodeplaatsing op de hand aan.
Organisatie | Hanze |
Gepubliceerd in | ESPEN congres 2024 Milaan, Italy, ITA |
Datum | 2024-09-07 |
Type | Conferentiebijdrage |
Taal | Engels |