De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Herverontreiniging Tungelroyse beek

Samenvatting

Het oppervlaktewater en de waterbodem van de Tungelroyse beek in Limburg zijn verontreinigd met cadmium, zink en mangaan. Doel van deze afstudeerscriptie is inzicht verkrijgen in eventuele gevolgen van deze verontreiniging voor mens, plant en dier. Tevens wordt gekeken naar welke gevolgen dit kunnen zijn. Als tweede wordt een inschatting gemaakt hoe snel de reeds gesaneerde delen van de Tungelroyse beek weer ernstig verontreinigd zijn als gevolg van de huidige aanvoer van de metalen. Kortom, wanneer wordt de gebiedskwaliteit niet gehaald. Aan de hand van dit onderzoek blijkt dat er geen nadelige effecten zijn voor mensen die recreëren in de Tungelroyse beek. Een tweede methode bevestigt dit en uit de analyse met deze methode blijkt tevens dat er geen gevaar is voor de mensen die vis, afkomstig zijn uit de Tungelroyse beek, consumeren. Voor vee, vooral pluimvee en jongvee, dat drinkt uit de beek kunnen nadelige effecten niet worden uitgesloten. De kans dat er nadelige effecten zijn voor volwassen vee is zeer klein. In vlees van vee gedrenkt met beekwater, kan de concentratie cadmium te hoog zijn om het vlees te gebruiken voor consumptie. Het water uit de beek kan zonder risico’s, voor zowel de plant als de consument van de plant, gebruikt worden als sproeiwater voor planten. Organismen die in het oppervlaktewater leven ondervinden wel nadelige effecten. Dit is onderzocht door middel van de Potentieel Aangetaste Fractie (de PAF) curve. De PAF (in %) geeft een indicatie welke concentratie van een stof een onacceptabele bedreiging voor de leefgemeenschap vormt en is gebaseerd op toxicologisch onderzoek aan individuele soorten onder laboratoriumcondities. Als meer dan 20% van de waterorganismen bedreigd wordt, spreekt men van een onacceptabel percentage van de soorten die bedreigd zijn. Omdat er geen PAF curve voor mangaan beschikbaar was, is er een PAF curve voor mangaan opgesteld. Dit is gedaan aan de hand van toxiciteitsgegevens van 16 soorten die representatief zijn voor het leven in de Tungelroyse beek. Uit de PAF curves van de cadmium, zink en mangaan blijkt dat vooral de concentraties mangaan in het oppervlaktewater in de Kruispeel te hoog zijn. Benedenstrooms van de Kruispeel veroorzaken de gemeten metaalconcentraties in het oppervlaktewater geen onacceptabele bedreiging voor de leefgemeenschap. Naast toxische effecten is het aannemelijk dat de aanslag die ontstaat in het water als gevolg van de hoge mangaanconcentraties een schadelijk fysisch/mechanisch effect heeft op planten en dieren. Met het model SEDIAS is gekeken naar de effecten van verontreinigingen in de waterbodem. Volgens dit model hebben de zink- en cadmiumconcentraties in de waterbodem geen onacceptabel nadelig effect op waterbodemorganismen. Mangaan, kan wegens het ontbreken van gegevens, niet worden berekend met Sedias. Maar, zelfs bij een ruime schatting van de ontbrekende gegevens, geeft het model aan dat er geen nadelige effecten zijn bij de huidige concentraties mangaan, cadmium en zink in de bovenste bodemlaag. De combinatie van de concentraties van de stoffen in de waterbodem van de Kruispeel liggen net onder de grens van onacceptabele schade. Gezien de voortdurende belasting met metalen (vooral mangaan) is het waarschijnlijk dat de kwaliteit van de waterbodem in de Kruispeel snel onaanvaardbaar slecht wordt. Gezien de ecologische effecten van mangaan in water en bodem, kunnen we stellen dat de lozingsnorm voor mangaan van 5 mg/l, zoals opgenomen in de vergunning van Nyrstar, te hoog is. Om uit te komen op concentraties die geen onaanvaardbare ecologische schade aanrichten zou een lozingsnorm van 0.6 mg/l (opgelost) beter passen. Het onderzoek naar de herverontreiniging van de Tungelroyse beek is gebaseerd op verschillende waarnemingen. De afnemende concentraties van de metalen met de diepte wijst op recente verontreiniging vanuit het oppervlaktewater. De sterkste vervuiling van de waterbodem is aanwezig in de toplaag van de Kruispeel. Sediment dat voor dit onderzoek is opgevangen in slibvallen heeft in alle gevallen hogere concentratie metalen dan de waterbodem zelf. Dit duidt erop dat de sterk verontreinigde zwevende deeltjes niet beklijven op de bodem maar weer opgenomen worden en verder worden getransporteerd naar delen benedenstrooms. De inschatting is dat de gesaneerde delen in de Kruispeel binnen afzienbare tijd niet meer voldoen aan de gebiedskwaliteit. Er zullen dan maatregelen getroffen moeten worden. De inschatting is daarnaast dat de gesaneerde delen benedenstrooms van de Kruispeel, op de zandvang in de Kruispeel na, niet snel weer ernstig verontreinigd zullen zijn. Omdat deze inschatting onzeker is wordt monitoring van de waterbodem aangeraden.

Toon meer
OrganisatieVan Hall Larenstein
AfdelingLand- en Watermanagement
PartnerHogeschool Van Hall Larenstein
Jaar2011
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk