Samenvatting

Op basisschool ’t Ven werken leerlingen volgens de ideeën van MIND aan het verrijkingsaanbod. Echter is de motivatie van de leerlingen om te werken aan het verrijkingsaanbod niet zo hoog. De school wil dat leerlingen weer gemotiveerd aan het verrijkingsaanbod werken.
In het theoretisch kader is gekeken naar verrijking, wat is verrijking en wat komt er bij verrijking kijken. Daarnaast is er veel aandacht besteed aan motivatie, wat is motivatie en hoe herken je gemotiveerde leerlingen. Verder komt ook de begeleiding naar voren en het geven van feedback. Leidende bronnen in het theoretisch kader zijn Simons (1988), Algra (2009) en Webb et al. (2013). Het onderzoek werd uitgevoerd aan de hand van vragenlijsten onder leerkrachten en leerlingen, een groepsinterview en een aantal individuele interviews met leerlingen.
De conclusies uit dit onderzoek zijn:
- De leerdoelen zijn voor leerlingen niet helder en sluiten niet aan bij de beleving en ontwikkeling van de leerlingen.
- Leerkrachten moeten meer in gesprek met de leerlingen over het verrijkingswerk.
- De materialen sluiten niet aan bij de beleving en de ontwikkeling van de leerlingen.
- Er zijn grote verschillen in de aanpak van het compacten wat zorgt voor hiaten.
Aanbevolen is om leerlingen keuzemogelijkheden te geven binnen het verrijkingsaanbod, zodat de leerdoelen aansluiten bij de ontwikkeling en beleving van de leerlingen. Daarnaast is aanbevolen minimaal 1x per week in gesprek te gaan met de leerlingen, te kijken naar nieuwe materialen voor het verrijkingsaanbod en schoolbrede afspraken te maken over het compacten.