De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

Samenvatting: Het idee van dit meesterstuk is ontstaan naar aanleiding van een vraag uit de praktijk. Op het moment dat ik aan dit onderzoek begon, had ik drie leerlingen die onvoldoenderesultaten lieten zien tijdens het rekenen. Ik bedacht me dat deze onvoldoendes nooit goedkunnen zijn voor hun motivatie. Dit zag ik vooral terug bij Sam, hij liet onzeker gedrag zien en stelde zich erg afhankelijk naar mij op. In de literatuur las ik over mislukkinggeoriënteerde leerlingen en succesgeoriënteerde leerlingen. Wanneer een leerling veel faalt ontstaat er een kans dat hij mislukkinggeoriënteerd wordt. Hij denkt dat hij het niet kan, door zijn negatieve gedachten kan hij zich niet focussen op zijn werk. Met als mogelijk gevolg een onvoldoenderesultaat van zijn werk, wat weer zijn gedachten bevestigen. Zijn gedachten: 'Zie je wel, een onvoldoende.''Ik kan het niet!' Een mislukkinggeoriënteerd leerling zit in een vicieuze cirkel. Zijn gedachten bepalen zijn gedrag. In die zelfde periode gaf ik vooral materiële beloningen in de vorm van een sticker, krul en cijfer. Dit deed ik omdat ik kinderen wilde motiveren. Wat ik toen nog niet wist is dat dit extrinsieke motivatie is. Kinderen gaan werken voor de beloning en niet voor hun eigen leerproces. Deze drie zwakkere kinderen kon ik niet bereiken met deze manier van belonen omdat ze niet of nauwelijks voldoendes haalden. Ik wilde dat de drie "zwakkere" kinderen, kinderen met een matige werkhouding en onvoldoende vaardigheden, toch een succeservaring zouden opdoen en zich hierdoor competent gingen voelen. Door middel van mijn collega's en literatuurstudie kwam ik terecht bij responsieve instructie. Bij responsieve instructie gaat de leerkracht proberen door vragen te stellen te achterhalen welke relevante gedachten de leerling nog heeft ten aanzien van de taak. Door vragen te stellen komt de leerkracht er achter hoe de leerling over de taak denkt. Sam: 'dit kan ik niet!' 'Ik ben niet goed in rekenen'. Op basis van de antwoorden zal de leerkracht zijn instructie afstemmen zodat de leerling in zekere mate succes kan verwachten. Bij responsieve instructie is de feedback/ evaluatie na afloop van de taak enorm belangrijk. De leerling moet weten welke stappen hij heeft gezet om zijn taak goed af te ronden. Alleen als hij de reden bij zichzelf legt zal hij zich autonoom en competent gaan voelen. Ofwel succesgeoriënteerd worden. Ik ben gaan onderzoeken of responsieve instructie ervoor zorgt dat de niet taakgerichte werkhouding van de eerder genoemde drie leerlingen zou verbeteren in een taakgerichte werkhouding en of hun rekenproduct hierdoor zou groeien. Met behulp van de tijdsteekproef heb ik de werkhouding voor en na het geven van de responsieve instructie kunnen meten. Voor de betrouwbaarheid van het onderzoek heb ik daarnaast observaties uitgevoerd, de zelfbeeldschaal voor en na het onderzoek afgenomen en regelmatig met de kinderen gesproken. Door dit onderzoek kan ik zeggen dat responsieve instructie bijdraagt aan een taak- gerichte werkhouding, bij de drie leerlingen. Kinderen krijgen meer zelfvertrouwen door het opdoen van succeservaringen. De leerlingen zijn van mislukkinggeoriënteerd naar succesgeoriënteerd gegroeid. Hiermee bedoel ik te zeggen dat de drie kinderen nu zelf kunnen aangeven wat ze moeten doen bij hun taak, dat ze een positieve verwachting hebben op de afloop van hun taak. Na de taak kunnen de kinderen vertellen hoe het komt dat hun taak nu wel is gelukt. Ze leggen de reden bij hun zelf!

Toon meer
OrganisatieFontys
AfdelingFontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
Jaar2010
TypeMaster
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk