De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Beoordelen in de atletiek, de werkelijk gesprongen hoogte

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Beoordelen in de atletiek, de werkelijk gesprongen hoogte

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

Het onderzoek is gebaseerd op het aanpassen van een bestaande normering op het voortgezet onderwijs. Aanleiding van het onderzoek is de discussie die vaak ontstaat over de eisen die aan leerlingen worden gesteld met betrekking tot de bewegingsnormen. Leerlingen voelen zich soms benadeeld. Het verschil tussen jongens en meisjes bijvoorbeeld. Maar ook de fysieke eigenschappen van leerlingen spelen hierin een grote rol. Lange mensen, kleine mensen, dikke mensen, snelle mensen, enzovoort.

Dit onderzoek is uitgegaan van een literatuur gedeelte. In dit literatuurgedeelte wordt kort ingegaan op mannelijke en vrouwelijke eigenschappen in de sport, verschillende vakconcepten, atletiekonderdelen en ook het beoordelen en de normering komt hierin voor. Het literatuurgedeelte geeft achtergrondinformatie van het onderzoek weer.

Het plan van aanpak geeft aan wat de taken zijn die in dit onderzoek aan bod moeten komen. Wat is de beste keuze voor de tijdsplanning en ook de betrokken partijen worden voorgesteld. Het onderzoek vindt plaats in de maanden februari, maart en april 2010. De leerlingen worden voorbereid op het onderdeel hoogspringen binnen het domein atletiek. Aan het einde van de lessenreeks springen vijf verschillende klassen voor punt. Het gaat hierbij om de klassen één tot en met vijf van het voortgezet onderwijs. De eerste en tweede klas zijn samengevoegd en vormen in de brugklassen, de sportklas van het dr. Mollercollege. Alle leerlingen krijgen tijdens het onderzoek een beoordeling via het oude normeringsysteem. Daarnaast worden alle leerlingen beoordeeld op de nieuw te ontwikkelen normering.

De nieuw te ontwikkelen normering gaat uit van het lichaamszwaartepunt van het menselijk lichaam. Bij hoogspringen is het de intentie om als sporter de strijd aan te gaan met de zwaartekracht. Het lichaamszwaartepunt moet over de lat heen worden getild en zal hierbij de zwaartekracht moeten tegenwerken. Door bij alle leerlingen het lichaamszwaartepunt op te meten kan deze manier van normeren worden toegepast.

Het lichaamszwaartepunt ligt in de buurt van de navelstreek. Het is erg gemakkelijk om gebruik te maken van één bepaald botje in het lichaam. Dit is des Spina Iliaca anterior. Dit is een puntig uiteinde van de heup, wat gemakkelijk te voelen is door met de hand langs de heup te wrijven. Vanaf de grond tot en met dit punt van het lichaam wordt de afstand opgemeten. De opgemeten afstand wordt van de totaal gesprongen hoogte afgetrokken. Hierdoor ontstaat een getal, wat de werkelijk gesprongen hoogte aangeeft. Voor elke leerling is dit dan aangepast op zijn of haar lichaamslengte.

In het onderzoek is gebleken dat grote leerlingen, niet altijd gemakkelijk een goed resultaat zullen halen bij het hoogspringen met de nieuwe methode. Dit komt omdat nu de lichaamslengte van alle leerlingen wordt meegenomen. De verhoudingen van de prestaties van leerlingen worden zo veel reëler aangegeven.

Daarnaast is in het onderzoek gebleken dat de verschillen tussen jongens en meisjes in de praktijk nog steeds aanwezig zijn.

Alle resultaten zijn weergegeven in tabellen per leerjaar. Zo kunnen de gegevens gemakkelijk worden bekeken in dit onderzoek.

In de conclusie worden de aanbevelingen gegeven wat betreft het onderzoek. Er is voor elk schooljaar een nieuwe normering ontstaan voor het onderdeel hoogspringen binnen het domein atletiek.

Toon meer
OrganisatieFontys
AfdelingFontys Sporthogeschool
Jaar2010
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk