DGM voor speciale kinderen
DGM voor speciale kinderen
Samenvatting
Dit meesterstuk bevat een onderzoek naar de toepassing van de denkstimulerende gespreksmethodiek (DGM) in de onderbouw van Mytylschool De Ruimte.
Er is onderzoek gedaan naar de taal-denk ontwikkeling van leerlingen met een ontwikkelingsleeftijd van 20 maanden tot drie jaar. Daaruit blijkt dat de meeste leerlingen de ondersteuning van het direct waarneembare nodig hebben. Voor leerlingen met een ontwikkelingsniveau van 3 jaar en lager vallen de vragen meestal binnen het laagste abstractieniveau I.
Tevens werden het klassenmanagement en de interactievaardigheden van de leerkracht wat betreft taalaanbod, taalruimte en feedback onder de loep genomen.
Aan het begin van het onderzoek werden video opnames gemaakt van verschillende lessen volgens de DGM methode. Deze opnames werden geëvalueerd aan de hand van een kijkwijzer. Er werden tevens notities gemaakt van de videobeelden en ook van opvallende zaken tijdens andere groepslessen. Het tweede deel van de opnames is gedaan nadat er gebruik is gemaakt van de leerpunten die zijn ontstaan na evaluatie van de eerste lessen.
Naast het praktische gedeelte is er ook een studie gedaan naar de cognitieve ontwikkeling en het taalontwikkelingsproces. Er is onderzocht wat het doel is van DGM en hoe deze methode kan worden toegepast. Hieruit bleek onder andere dat het belangrijk is om een denkstimulerende houding aan te nemen: niet alleen tijdens denkgesprekken, maar ook tijdens spontane gesprekken met leerlingen en gedurende het hele dagprogramma. Vooral jonge kinderen zullen beter in een gesprek functioneren als ze spelen en praten kunnen combineren.
De evaluatie van het tweede deel van de opnames en aantekeningen laten een vooruitgang zien van de interactievaardigheden en het klassenmanagement. De leerkracht ondersteunde vaker het beurtinitiatief van de 'stille' leerlingen en beperkte de interventies vaker tot minimale gebaren. Daarbij werden de contexten duidelijker en rustiger aangeboden, zodat de leerlingen meer tijd kregen om de informatie te verwerken. De leerkracht en klassenassistent werkten beter samen: de leerkracht bleef meer bij de leerlingen zitten en de assistent ging na het uitdelen van de materialen ook tussen de leerlingen zitten om hen te kunnen begeleiden.
Tijdens dit onderzoek is ook geïnventariseerd aan de hand van vragenlijsten hoe collega's in de onderbouw van de Mytylschool en van andere scholen van het Speciaal Basis Onderwijs aan de taal-denk ontwikkeling werken. Hieruit bleek dat de collega's van de Mytylschool geen specifieke DGM lessen geven, maar wel denkstimulerende gesprekken met de leerlingen voeren tijdens de kring, groepslessen en spelmomenten en daarbij als methode 'Ik & Ko' en de Ruimtekisten gebruiken, met uitdagend lesmateriaal om de taal-denk ontwikkeling te stimuleren. Verder bleek dat de leerkracht van de ene SBO school de training van het taal-denk vermogen inpast in het dagelijks onderwijs en dat de leerkracht van de andere SBO school gebruik maakt van denkgesprekken die zijn geïntegreerd in de taalmethode.
Organisatie | Fontys |
Afdeling | Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg |
Jaar | 2011 |
Type | Master |
Taal | Nederlands |