De zorgklas: een handvat voor het bereiken van positieve gedragsverandering
De zorgklas: een handvat voor het bereiken van positieve gedragsverandering
Samenvatting
Ik ben tot mijn scriptie gekomen vanuit mijn stageplek in de zorgklas van Pleincollege de Burgh te Eindhoven. Dit is een school voor Voorbereidend Middelbaar Beroeps Onderwijs (VMBO). In februari 2007 is deze school een zorgklas gestart.
In de zorgklas zitten leerlingen die in de reguliere klas niet optimaal functioneren vanwege gedragsproblemen. Voor een periode van drie maanden kunnen zij in de zorgklas geplaatst worden. In de zorgklas zitten maximaal 8 leerlingen.
In de zorgklas zit een heterogene groep. De begeleiders willen werken aan positieve gedragsverandering maar waren op zoek naar een geschikte methode hiervoor. Mijn probleemstelling luidt daarom als volgt: 'De zorgklas heeft nog geen passende methode waarin voldoende aandacht wordt besteed aan sociale vaardigheden en persoonlijke leerdoelen van leerlingen uit de zorgklas, waardoor er een gebrek bestaat aan inzicht betreffende de voortgang van hun gedrag in de zorgklas.'
Daaruit kwam de vraag: "Hoe kan ik een methode ontwikkelen die gericht is op persoonlijke leerdoelen van leerlingen uit de zorgklas, waarmee er inzicht wordt verkregen in de voortgang van hun gedrag en die gericht is op het bereiken van positieve gedragsverandering?"
6.1 Literatuur
In mijn literatuur ben ik onderzoek gaan doen naar het ontstaan van gedragsproblemen en de aanpak hiervan:
Voor het omgaan met gedragsproblemen zijn verschillende benaderingen. Voor behandeling van probleemgedrag richt de psychoanalyse zich vooral op de onderliggende interne psychische conflicten. We moeten bij deze behandelingen wel nagaan dat het om een school gaat, dus dat deze benadering teveel therapeutisch van aard kan worden beschouwd.
De gedragstheoretische benadering zegt: 'Gedrag wordt bepaald door de gevolgen die het heeft'. Dit kan door vermeerderen van gewenst gedrag door versterken, het verminderen van ongewenst gedrag door uitdoving en het verminderen van ongewenst gedrag door straf.
De literatuur noemt een aantal factoren en risicogroepen voor gedragsproblemen:
Jongens meer kans op probleemgedrag
Betrokkenheid van ouders is een beschermende factor
Geen goede vrijetijdsbesteding kan leiden tot probleemgedrag
Traumatische gebeurtenissen kan leiden tot probleemgedrag
Positieve relatie met leerkracht is een beschermende factor
Doublures zijn een risicogroep
Dat er een verband is tussen leerproblemen en gedragsproblemen kan uit de literatuur geconcludeerd worden.
Voor het aanpakken van gedragsverandering werden in de literatuur een aantal inteventies genoemd.
- Herkaderen: een wijziging aanbrengen in de manier waarop tegen het probleem wordt aangekeken
- Doorbreken van een patroon: een wijziging aanbrengen in het gedrag rond een probleem
- Observatieopdrachten
- Het gewenste gedrag ten uitvoer brengen of er mee doorgaan
- 'Doe alsof' taken
- Doe iets anders
Dat een leerling motivatieproblemen heeft, kan aan veel factoren liggen. Om hierachter te komen is het belangrijk dat de begeleider de leerling leert kennen. Door doelen te stellen kijkt de jongere vooruit. Ook positieve benadering komt hierin terug. Bij het motiveren van jongeren spelen confrontaties een belangrijke rol. Om de jongeren 'in beweging' te krijgen is het noodzakelijk dat hij zich realiseert waar hij mee bezig is en wat de consequenties zijn van zijn doen en laten.
Bij MEE Tilburg heb ik gezien dat er al veel trainingen zijn voor positieve gedragsverandering, maar deze zijn vaak gerelateerd aan een groep. In de zorgklas is de groep erg dynamisch. Wel zijn er voor leerlingen schema's om negatief gedrag te registreren en de leerling inzicht te geven in eigen gedrag.
6.2 Praktijk
Voor mijn onderzoek is belangrijk om te weten wat andere soortgelijke instellingen, die ook positieve gedragsverandering willen bereiken, voor methoden gebruiken.
Uit dit onderzoek wil ik bekijken wat de instellingen ervaren als positieve punten, methoden die werken. Ook is het handig om te weten hoe zij deze methode toepassen, wat de kenmerken zijn, hoe alles in de praktijk werkt.
Opvallend is dat er voor de groepstrainingen nergens 1 methode wordt gebruikt. Als reden wordt benoemd dat methodieken geen doel op zich zijn, het zijn hulpmiddelen. Daaruit moet je beste kunnen pakken. Een groep is altijd dynamisch. Ze werken niet met 1 theorie omdat niet 1 theorie aansluit bij een groep.
Op het individuele vlak wordt meer methodisch gewerkt. Er wordt gebruik gemaakt van scorekaarten (eventueel met beloning) en contracten. Het hebben van structuur in de groep en daadkrachtige begeleiders wordt als belangrijk ervaren maar ook stapsgewijs doelen bereiken: je begint bij de basis/algemene regels.
Overal wordt gewerkt aan persoonlijke doelen per individu. Ook gekoppeld aan een persoonlijk handelingsplan. De individuele begeleiding wordt als erg belangrijk benoemd. De persoonlijke doelen worden eventueel gekoppeld aan de scorekaarten of komt terug in de gesprekken met de leerlingen. Ook wordt er bijvoorbeeld een schema door de jongere ingevuld na een gebeurtenis. Leerling moet successen behalen. Er worden ook persoonlijke gesprekken met de jongeren gehouden, hiervoor wordt geen methode genoemd. Overal worden de ouders betrokken.
Deze manier van werken is erg bewerkelijk door de continue aanpassing op individu en intensief. Wel heb je een goed overzicht door middel van schriften en lijsten die ingevuld worden. Wat ook door allen als een belangrijk punt wordt genoemd is dat je een gesloten systeem nodig hebt. Alle collega's moeten op dezelfde manier met de leerlingen werken. Er is veel overleg nodig.
Uitgaan van het positieve en de sterke kanten van het kind wordt erg positief ervaren. Soms blijken de problematiek te ernstig te zijn voor een instelling en dan wordt de jongere doorverwezen.
Leerlingen vinden het zelf ook fijn om persoonlijke aandacht te krijgen en complimenten te ontvangen. De confrontatie met eigen gedrag blijkt soms moeilijk.
Als effect wordt genoemd dat de leerlingen positieve ervaringen meemaken en dus positiever over zichzelf gaan denken en gedragen. Ook geeft het inzicht in eigen gedrag.
Leerling teruggaan naar de klas in stappen, zodra het fout gaan een stap terug.
Kinderen niet volledig uit de klas te plaatsen. In welke les gaat het goed en kun je blijven? Zo verliezen ze de band met de groep niet en is de stap terug kleiner. Ook nazorg wordt als belangrijk punt genoemd. Leraren worden op de hoogte gebracht van de leerpunten van de jongeren zodat ze daar op in kunnen spelen.
6.3 Product
Mijn product heet: een handvat voor het bereiken van positieve gedragsverandering. Ik noem het niet voor niets een handvat. In het begeleidingsboek dat ik op het gezet voor de begeleiders van de zorgklas, geef ik handvatten voor het bereiken van positieve gedragsverandering. Het is bedoeld om op een positieve en planmatige manier te werken aan het gedrag van de leerling.
Organisatie | Fontys |
Afdeling | Fontys Pedagogiek |
Jaar | 2008 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |